Strijd en conflicten
Iedereen heeft er wel mee te maken, strijd en conflicten. Het gebeurt binnen je familie, vrienden, relatie of op je werk maar vaak ook binnen gemeentes en kerken waar je het misschien niet zou verwachten. Waarom is dat, hoe komt het toch dat wij mensen steeds weer in conflict en strijd terechtkomen? Zit dat in de mens, of is het de satan? Ben jij het slachtoffer en de ander de veroorzaker? Kunnen wij de ander verwijten of missen wij iets? Is het een groot drama of kan het juist enorm bijdragen aan het plan van God in ons leven?
Toevallig schrijft Jakobus in zijn brief hierover en ik denk dat hierin een sterk punt zit waarvan wij kunnen leren. Lees het stukje maar eens door en dan zal ik daarna dat wat mij opvalt toelichten;
Jakobus 4:1 (HSV) Vanwaar al die strijd en al die conflicten in uw midden? Vloeien ze hier niet uit voort: uit uw hartstochten, die in alle delen van uw lichaam strijd voeren? 2 U verlangt naar iets en krijgt het niet. U benijdt anderen en beijvert u om dingen te bemachtigen en kunt ze niet krijgen. U maakt ruzie en voert strijd, maar u krijgt niet, omdat u niet bidt. 3 U bidt wel, maar u ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt, met het doel het in uw hartstochten door te brengen. 4 Overspelige mannen en vrouwen, weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dan nu een vriend van de wereld wil zijn, wordt als vijand van God aangemerkt. 5 Of denkt u dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, verlangt Die vurig naar afgunst? 6 Hij echter geeft des te meer genade. Daarom zegt de Schrift: God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade. 7 Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. 8 Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen! 9 Besef uw ellendige staat en treur en huil. Laat uw lachen veranderd worden in treuren en uw blijdschap in droefheid. 10 Verneder u voor de Heere, en Hij zal u verhogen. 11 Broeders, spreek geen kwaad van elkaar. Wie van zijn broeder kwaadspreekt en over zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad over de wet en oordeelt over de wet. Als u over de wet oordeelt, bent u geen dader van de wet, maar een rechter. 12 Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt?
Volgens Jakobus komt strijd en conflict voort uit je eigen hartstocht, en in gewoon Nederlands is dat het dus vaak voortkomt uit dat wat jij verlangt. Daarnaast komt het ook voort uit oordeel waarbij je geen dader van de wet bent maar je opstelt als rechter.
Het verlangen van iets of naar iets is één ding, dat doen we allemaal. We verlangen dingen van onszelf en verwachten/verlangen dingen van een ander of zelfs van God. Het probleem begint echter zodra je iets verlangt maar het niet krijgt.
Het zijn de dingen die wij willen of waarvan wij vinden dat wij deze verdienen te ontvangen. Maar de ander is niet geschapen om jou in jouw verlangens te voorzien, toch leggen we elkaar bewust of onbewust toch die last op en raken we gefrustreerd als datgene wat we verlangen en verwachten uitblijft terwijl we daarvan soms niet eens bewust zijn.
Het zou nog allemaal makkelijk zijn als wij bewust zouden zijn van alles wat wij verlangen en van wie of wat wij dat verlangen, dan konden we ons gevoel misschien nog wel duiden en plaatsen. Maar meestal zijn we dus juist onbewust van wat onze echte diepste verlangens en verwachtingen zijn, en door dat onbewuste kunnen we in strijd en conflict komen met anderen of juist onszelf (bewust of onbewust) zonder door te hebben waarom. We vallen dan over zaken bij de ander waarvan wij denken dat het de oorzaak van onze frustratie is terwijl onderliggend er een ander verlangen of verwachting is waar het werkelijke pijnpunt zit. Soms is dat iets waar een ander helemaal niet aan kan voldoen, zeker als je er zelf niet eens bewust van bent. In veel gevallen zijn dit zaken die onze ego krenken, dat wat wij denken te hebben bereikt en ons toe hoort te komen.
Dit alles is wat men dubbelhartigheid noemt, je hebt twee kanten aan wie je vanbinnen bent, de kant van licht en de kant van duisternis.
Dubbelhartigheid is een dualisme in ons binnenste (boom van goed en kwaad) dat ons bewust en onbewust bezig houdt met dingen die tegen de eenheid met God werken waardoor wij ons doel missen (zonden).
De wereld waarin wij leven is ontstaan door Gods Woord (Zijn Zoon) en daarin leven wij en bewegen wij (Zie Johannes 1). Alles in dit leven draagt dus bij om ons iets te leren omdat het een onderdeel is van Gods levende Woord dat niet vruchteloos tot God zal terugkeren.
Wij mogen in dit leven door alles wat ons overkomt en waar wij tegenaan lopen onszelf leren spiegelen en kennen tenzij wij de spiegel niet onder ogen willen komen. Zo kan die onbewuste dubbelhartigheid zichtbaar worden en kunnen wij ons ervan losmaken met genade naar onszelf en uiteindelijk ook andere mensen. Het gaat er niet om het in dit leven om het dik voor mekaar te hebben of veel te bereiken, zelfs niet in de geestelijke bediening die ook weer uit ego of dubbelhartigheid kan voortkomen, want dan mis je de essentie van het leven. Het leven zelf draait om geleefd te worden. Zie maar eens naar Prediker, er is namelijk een tijd voor alles zodat alles aan bod komt net zoals Jezus alles moest doormaken om net zoals ons verzocht en gespiegeld te worden. Op die manier kan hij met ons meelijden zoals wij lijden, en leren zoals wij leren moeten. Er is voor ons geen andere weg dan dat Christus ons heeft voorgedaan.
Hebreeën 5:7 (HSV) In de dagen dat Hij (Jezus Christus) op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord. 8. Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden.
Hebreeën 4:15 (HSV) Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. 16. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.
God kent ons al helemaal van binnen en buiten, maar je bent hier in het leven nu vooral om jezelf te leren kennen zodat je daarna een éénheid kan worden met God en alle anderen. Buit daarom de tijd die hebt gekregen uit zegt Paulus in Ef 8:16 en maak niet van deze school, dit leven je verblijfsplaats en doel want dat verlangen zal je teleurstellen. Je kunt niet van iets iets maken wat het niet is. Wij zijn op doorreis net als de Israëlieten in de woestijn, de woestijn is niet het doel en ook niet onze woonplaats want dan stopt onze reis, onze wandel met God naar de eeuwigheid (beloofde land).
Kijk dus niet naar de wereld en de andere mensen om die vervolgens vanuit dubbelhartigheid te oordelen, maar probeer er iets uit te leren wanneer zij iets van jou willen aanraken en openbaren of openkrabben. Het is dan als het Licht van God dat in een duistere plaats wil schijnen. Daar waar een stukje ego of verlangen verstopt zit dat je niet verder helpt. Keer met dat wat het leven je leert naar binnen toe, want daar is het koninkrijk van God te vinden. Je kunt echt vanalles willen vinden en bereiken voor jezelf in deze wereld, maar het begind toch echt in het klein in je eigen hart. De sleutel voor het koninkrijk ligt dichterbij dan je denkt. Spiegel jezelf aan de wereld en dat wat je overkomt en je meemaakt, en kijk heel eerlijk in het diepste van je hart;
Lucas 17:20 (HSV) En toen Hem door de Farizeeën gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. 21 En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.
Wandel dus met God in het Licht zoals God bij Adam en Eva kwam om met hen te wandelen, juist nadat zij in dualisme (boom van goed en kwaad) waren gevallen om zo toch met hen te wandelen. God verborg zich niet vanwege hun zonden maar zocht hen juist op! De avond kwam over de hof, de duisternis zou weldra vallen over die avond en juist op dat moment komt God om met ons te wandelen. Wandelen door dit leven zodat het een groot doel krijgt ondanks de zonden, want God is groter dan de zonden.
Onze eigen bedekking en het wegblijven van God is de ware zonde en de ware dood waardoor wij niet tot ons doel komen, namelijk in éénheid leven met Hem. Want alles brengen tot een éénheid is Gods doel want Hij is één!
Genesis 3:7 (HSV) Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten. 8 En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof.
Want zo kon, met het wandelen met God in Zijn licht, het goed en kwaad dat in het hart van de mens gekomen was ontmaskerd worden. Dit zodat het geen uitwerking meer had en zij kracht verloor. Wandelen wij zo zelf ook met God en laten wij ons spiegelen, of spiegelen en oordelen wij liever de ander op basis van dubbelhartigheid en dualisme? Het ene is licht, het tweede is duisternis. Het ene is vrijheid en de ander is gebondenheid. Het ene is wandelen met God de ander is verstoppen voor God in een zelf gemaakte bedekking (eigen werken). Het gaat niet om het weten en verkondigen van deze dingen, het gaat om het daadwerkelijk wandelen in deze dingen wat je hele leven door zal blijven gaan tot de dag dat het vervult is en God je thuis zal halen.
Efeziërs 5:8 Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht 9 – want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid – 10 en beproef wat de Heere welbehaaglijk is. 11 En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer. 12 Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen. 13 Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht. 14 Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. 15 Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, 16 en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. 17 Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is.
Zo worden we uit de dood van het dualisme dat scheiding brengt opgewekt tot het eeuwige leven, namelijk éénheid met God! Want God is één en in Hem past geen tweeheid en dubbelhartigheid. Daarom vraagt Hij ons om door dit leven heen te leren wie wij zijn en onze dubbelhartigheid vrijwillig af te leggen en een ander ook niet toe te rekenen.
Vandaar ook het grote en alles omvattende gebod van God die Jezus benadrukt waarbij Hij erop wijst dat dit je dichtbij het Koninkrijk van God brengt, het gaat om de kern van alles waarvoor wij hier zijn;
Marcus 12:28 (HSV) En een van de schriftgeleerden, die hen hoorde redetwisten en wist dat Hij hun goed geantwoord had, kwam naar Hem toe en vroeg Hem: Wat is het eerste van alle geboden? 29 En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. 30 En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. 31 En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. 32 En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist, Meester, U hebt naar waarheid gezegd dat God één is, en er is geen ander dan Hij. 33 En Hem lief te hebben met heel het hart en met heel het verstand en met heel de ziel en met heel de kracht, en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer dan alle brandoffers en slachtoffers. 34 En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God. En niemand durfde Hem meer iets te vragen.
We mogen dus door ons te spiegelen in dit leven, aan dit leven en anderen om onszelf eerlijk onder ogen zien. We zien dan vanzelf dat wij niet anders zijn dan de ander, hoe goed wij het soms ook denken te doen in de ogen van God. Voor God is er geen verschil en aanzien des persoons. Hij kijkt naar het hart en niet naar wat voor ogen is. Daarna mogen wij het koninkrijk van God vinden dat bestaat uit het leven in éénheid in de Éne God in eeuwigheid.
Dan is er geen dood (scheiding) meer maar leven. Dan is het geen boom van goed en kwaad (dualisme) meer maar de boom des levens (éénheid). Dan is de dood (strijd en conflict) overwonnen en leven wij echt. Dan hebben wij het hofje van Eden in ons hart eindelijk onderhouden en eten we weer van de goede boom en laten we de dubbelhartige boom van goed en kwaad links liggen.
1 Korintiërs 15:21 (HSV) Want omdat de dood (dualisme, goed en kwaad en dus het gescheiden zijn van God die één is) er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens (Emanuel, God (wandelend) met ons). 22 Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 23 Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst. 24 Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. 25 Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. 26 De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood. 27 Immers, alle dingen heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen. Wanneer Hij echter zegt dat aan Hem alle dingen onderworpen zijn, is het duidelijk dat Hij Die Zelf alles aan Hem onderworpen heeft, hiervan is uitgezonderd. 28 En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn. (Totale Éenheid).
We moeten dus leren te luisteren naar wat het leven ons probeert te leren over onszelf, het leven dat voortkomt uit het Woord en luisteren naar het Woord dat in ons hart gelegd is. De geschriften in de bijbel helpen ook zeker (daarom haal ik al deze teksten aan) maar staar je niet blind op de bijbel alleen (theorie/theologie) als een vroom christen terwijl God je je in het dagelijks leven juist echt iets wil leren en openbaren over jezelf en Hemzelf. Hij gebruikt alles wat Hij geschapen heeft ten goede, mis daarom niet de essentie van het ware Woord door de praktijk gescheiden te zien van de theorie. Mis niet het doel van God Woord door alleen de getuigenis van anderen (geschriften) plaatsvervangend te maken voor de getuigenis die God in jou leven uit jou wil oproepen voor de ander die het weer mag horen met genade uit jouw mond. Ook jij bent onderdeel van Gods Woord en mag tot Zijn doel komen in jou en als getuigen richting een ander. Want wie zichzelf werkelijk kent en genade ontvangt zal ook genadig zijn naar anderen die eigenlijk net zo zijn als hijzelf.
Ieder mens heeft een stukje van God levens adem (Zijn Woord) in het hart (de ziel) ontvangen zodat het onze ziel zalig kan maken (ontdoen van dualisme, dubbelhartigheid en goed en kwaad) en kan spreken met dat Woord en die Adem om zo te getuigen van Gods genade. Dat is het levend water niet alleen hebben, maar ook laten uitsproeien als een bron die openbreekt.
Spiegel jezelf dus aan je hart en dit leven en vergeet niet wie je bent, want dan blijft je dubbelhartig volgens Jakobus.
Jakobus 1:19 (HSV) Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn. 20 De toorn van een man brengt immers geen gerechtigheid voor God teweeg. 21 Leg daarom af alle vuilheid en elke uitwas van slechtheid en ontvang met zachtmoedigheid het in u geplante Woord, dat uw zielen zalig kan maken. 22 En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf. 23 Als iemand immers een hoorder van het Woord is en geen dader, lijkt hij op een man die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt, 24 want hij heeft zichzelf bekeken, is weggegaan en is meteen vergeten hoe hij eruitzag. 25 Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtige hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet. 26 Als iemand onder u denkt dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, dan is zijn godsdienst zinloos. 27 De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.
Spiegel je eigen hart, ontdekt je verlangens en je oordeel en de beweegredenen erachter. Ontmaskerd de duisternis en vergeef jezelf en alle anderen ook.
Lucas 11:3 (HSV) Geef ons elke dag ons dagelijks brood (Woord van God). 4 En vergeef ons onze zonden, want ook wij vergeven aan iedereen die ons iets schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Jakobus 4:5 (HSV) Of denkt u dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, verlangt Die vurig naar afgunst? 6 Hij echter geeft des te meer genade. Daarom zegt de Schrift: God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade.
Wandel dus in het Licht en ontvang de Heilige Geest van God die één hele belangrijke en vaak onderbelichte functie heeft, het is namelijk de gave van vergeving. Want als wij Gods Geest ontvangen (het verlangen van Zijn hart) dan mogen wij net als Hem mensen hun zonden daadwerkelijk vergeven en dan zijn ze ook vergeven. Wat een kostbare gave!
Zo worden onze hart verlangens die leiden tot strijd om onvrede veranderd naar Gods eigen harts verlangen die lijdt tot vergeving en éénheid in Hem tot in eeuwigheid!
Johannes 20:21 (HSV) Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. 22 En nadat Hij dit gezegd had, blies Hij op hen en zei tegen hen: Ontvang de Heilige Geest. 23 Als u iemands zonden vergeeft, worden ze hem vergeven; als u ze hem toerekent, blijven ze hem toegerekend.
Wordt dus veranderd door het spiegelen van een dubbelhartig mens naar een nederig mens. Van een oordelend mens naar een genadig mens. Gaat dat bij mij allemaal van een lijen dakje? Nee, daarom is mijn praktijkschool in dit leven ook nog maar amper veertig jaar onderweg en ik weet dat ik nog veel te leren heb. Want God is zoveel genadiger en nederiger dan ik ooit kan zijn, dus voorlopig hoef ik mij niet te vervelen tijdens mijn wandeling met God in Zijn Licht door dit leven. Wat komt dat komt, wat ik zal leren is dat wat ik mijzelf toelaat te willen zien in het licht van God.
Jakobus 1:2 (HSV) Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, 3 want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. 4 Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet. 5 En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. 6 Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. 7 Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere. 8 Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen. 9 Maar laat de broeder die nederig is, zich beroemen op zijn hoge staat, 10 en de rijke in zijn nederige staat, want hij zal als een bloem in het gras voorbijgaan. 11 Want de zon is opgegaan met haar hitte en heeft het gras doen verdorren, ook is zijn bloem afgevallen en is de schoonheid van zijn uiterlijk verloren gegaan. Zo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken. 12 Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. 13 Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand. 14 Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt.