De dood
Misschien een eng onderwerp voor sommige, maar iets waar we toch allemaal mee te maken krijgen in ons leven hier op aarde.
Een bekende vraag is meestal waar de doden nu zijn, maar een betere vraag is misschien wat is de dood? Beide wil ik graag behandelen, ik hoop het toch beknopt te kunnen houden en degene die mij kennen weten dat dat meestal toch niet lukt.
Waar zijn de doden?
De Bijbel leert ons dat de doden naar het graf gaan, ook wel het dodenrijk. De plek hiervan lijkt in alle opzichten onder de aarde te zijn. We komen de eerste aanwijzing hiervoor tegen bij de eerste dode namelijk Abel;
Genesis 4:9 (HSV) En de HEERE zei tegen Kaïn: Waar is Abel, uw broer? En hij zei: Ik weet het niet; ben ik de hoeder van mijn broer? 10. En Hij zei: Wat hebt u gedaan! Er is een stem van het bloed van uw broer, dat van de aardbodem tot Mij roept.
Abel’s bloed roept vanuit de aardbodem en dat heeft te maken met dat het de ziel in het bloed zit. Er zit namelijk zuurstof (lucht) in het bloed, wat we mogen vergelijken met de levensadem/geest die God ons heeft ingeblazen. Zo heeft ons bloed (de ziel) een stem die kan roepen tot God zelfs vanuit het dodenrijk.
Deuteronomium 12:23 (HSV) Alleen, houd eraan vast geen bloed te eten, want het bloed is de ziel, en u mag niet, samen met het vlees, ook de ziel eten.
Maar dat de doden zich in de aarde bevinden zien we ook terug bij het verhaal waarin Saul Samuel laat oproepen uit de dood en hij uit de aarde opkomt.
1 Samuel 28:7 (HSV) Toen zei Saul tegen zijn dienaren: Zoek een vrouw voor mij die geesten van doden kan bezweren, zodat ik naar haar toe kan gaan en door haar raad kan vragen. Zijn dienaren zeiden tegen hem: Zie, er is in Endor een vrouw die geesten van doden bezweert. 8 Saul vermomde zich, trok andere kleren aan en ging op weg, en twee mannen met hem. Zij kwamen ’s nachts bij de vrouw aan en hij zei: Voorzeg mij toch door de geest van een dode; roep voor mij op wie ik u zal zeggen. 9 Toen zei de vrouw tegen hem: Zie, u weet wat Saul gedaan heeft, dat hij de dodenbezweerders en de waarzeggers uit dit land heeft uitgeroeid. Waarom spant u dan een valstrik voor mijn leven, om mij te doden? 10 Saul zwoer haar bij de HEERE en zei: Zo waar de HEERE leeft, u zal om deze zaak geen straf overkomen. 11 Toen zei de vrouw: Wie zal ik voor u oproepen? En hij zei: Roep Samuel voor mij op. 12 Toen de vrouw Samuel zag, schreeuwde zij met luide stem. De vrouw zei tegen Saul: Waarom hebt u mij bedrogen? Want u bent Saul! 13 De koning zei tegen haar: Wees niet bevreesd, maar wat ziet u? Toen zei de vrouw tegen Saul: Ik zie een goddelijk wezen uit de aarde opkomen. 14 Hij zei tegen haar: Wat is zijn gestalte? Zij zei: Er komt een oude man op, en hij heeft een mantel om. Toen wist Saul dat het Samuel was. Hij knielde met zijn gezicht ter aarde en hij boog zich neer. 15 Samuel zei tegen Saul: Waarom hebt u mijn rust verstoord door mij op te roepen? Toen zei Saul: Ik ben in grote nood, want de Filistijnen strijden tegen mij en God is van mij weggegaan: Hij antwoordt mij niet meer, niet door de dienst van de profeten, en ook niet door dromen. Daarom heb ik u geroepen, om mij te laten weten wat ik doen moet. 16 Toen zei Samuel: Waarom raadpleegt u míj dan, als de HEERE van u weggegaan is en uw vijand geworden is? 19 En de HEERE zal mét u ook Israël in handen van de Filistijnen geven, en morgen zullen u en uw zonen bij mij zijn; ook zal de HEERE het leger van Israël in handen van de Filistijnen geven. 20 Toen viel Saul onmiddellijk op de grond, zo lang als hij was, en hij was zeer bevreesd vanwege de woorden van Samuel. Ook was er geen kracht in hem, omdat hij de hele dag en de hele nacht geen voedsel tot zich genomen had.
Uit dit stuk mogen we dus leren dat de doden zich in de aarde bevinden en daar dus ook een zekere rust mogen ervaren. Maar we zien ook dat zelfs Saul en zijn zonen die dag nog bij Samuel daar in de aarde (het dodenrijk) zouden worden gevoegd.
De bijbel noemt deze dood dus eigenlijk geen dood maar eerder een rust of slaap. Dit zien we ook terug aan de belofte aan David waarin staat dat hij na zijn dagen (op aarde) zal ontslapen (in rust gaan) bij zijn vaderen, oftewel voorouders.
2 Samuel 7:12 (HSV) Wanneer uw dagen voorbij zijn en u met uw vaderen ontslapen bent, zal Ik uw nakomeling na u, die uit uw lichaam voortkomt, doen opstaan en Ik zal zijn koningschap bevestigen.
1 Koningen 2:10 (HSV) David ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de stad van David.
Maar dit zien we ook terug bij Salomo en meerdere andere koningen;
1 Koningen 11:43 Daarna ging Salomo te ruste bij zijn vaderen, en werd begraven in de stad van zijn vader David, en Rehabeam, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.
En dat slaap in plaats van dood leren we ook van het verhaal met Jezus en het dochtertje van Jaïrus en het verhaal van Lazarus.
Lukas 8:51 (HSV) Toen Hij in het huis gekomen was, liet Hij niemand binnenkomen dan Petrus, Jakobus, Johannes, en de vader en de moeder van het kind. 52. Allen huilden luid en bedreven rouw over haar. Hij zei: Huil niet; zij is niet gestorven, maar zij slaapt. 53. En zij lachten Hem uit, omdat zij wisten dat zij gestorven was.
Johannes 11:11 (HSV) Dit sprak Hij, en daarna zei Hij tegen hen: Lazarus, onze vriend, slaapt, maar Ik ga naar hem toe om hem uit de slaap op te wekken. 12. Zijn discipelen dan zeiden: Heere, als hij slaapt, zal hij gezond worden. 13. Maar Jezus had over zijn dood gesproken, terwijl zij dachten dat Hij over de natuurlijke slaap sprak. 14. Toen zei Jezus dan openlijk tegen hen: Lazarus is gestorven.
Zo zien we dus dat de dood van het lichaam een soort slaap/rust is, en deze dood van het lichaam is wat in de bijbel de “eerste dood” wordt genoemd. Het is voor ons een dood omdat wij niet langer kunnen communiceren met die persoon vanwege het afleggen van het lichaam waarmee wij nou eenmaal tot elkaar communiceren. Maar het betreft niet de dood voor God die communiceert door geest, alleen de mensen die niet met God communiceren door geest zijn dood voor God.
Bijna dood ervaring
Misschien kennen sommigen het fenomeen wel, een bijna dood ervaring. Eigenlijk een ongelukkige naam want je zou het ook een nabij de doodervaring kunnen noemen. Iets wat over de gehele wereld voorkomt en zeker sinds de technieken rondom reanimatie zijn verbeterd ook vaker lijken te gebeuren. Voor dit onderwerp verwijs ik door naar iets van buiten de bijbel maar naar mijn inziens een open en oprecht onderzoek van Pim van Lommel. Hij heeft een boek hierover geschreven en heeft vele van deze bijna dood ervaringen onderzocht en ook geprobeerd te ontdekken wat de oorzaak en het gevolg ervan is.
Ik haal dit nu aan omdat in veel van de verhalen van mensen iets terugkomt dat overeenkomt met wat de bijbel leert, namelijk het vinden van rust en het wederom ontmoeten van overleden voorouders. Een bijzonder iets waar ik verder niet dieper op inga maar wel als tip geef om eens een podcast of het boek van deze beste man door te lezen, zeker gezien het onderwerp “dood”.
Het dodenrijk
Maar nu weten we zo’n beetje waar de doden zijn en dat het een plek van rust is, maar Jezus ligt nog een heel klein stukje meer op van de sluier doordat Hij een verhaal verteld over iets dat in het dodenrijk afspeelt. Sommige zeggen vrij vlot dat het hier niet om de realiteit gaat maar om slechts een vergelijking, ik denk daar anders over en denk dat hoogstens de personen fictief kunnen zijn zoals soms in andere voorbeelden (hoewel hier een persoon een naam meekrijgt tegenover andere gelijkenissen) maar dat de situatie kloppend is met de realiteit van onze wereld zoals ook in de andere voorbeelden van Jezus.
Lukas 16:19 (HSV) Nu was er een zeker rijk mens, die gekleed ging in purper en zeer fijn linnen en die elke dag vrolijk en overdadig leefde. 20. En er was een zekere bedelaar, van wie de naam Lazarus was, die voor zijn poort neergelegd was, en die onder de zweren zat. 21. En hij verlangde ernaar verzadigd te worden met de kruimeltjes die van de tafel van de rijke man vielen; maar ook de honden kwamen en likten zijn zweren. 22. Het gebeurde nu dat de bedelaar stierf en door de engelen in de schoot van Abraham gedragen werd. 23. En ook de rijke man stierf en werd begraven. En toen hij in de hel (hades – G86) zijn ogen opsloeg, waar hij in pijn verkeerde, zag hij Abraham van ver en Lazarus in zijn schoot. 24. En hij riep en zei: Vader Abraham, ontferm u over mij en stuur Lazarus naar mij toe en laat hem de top van zijn vinger in het water dopen en mijn tong verkoelen, want ik lijd vreselijk pijn in deze vlam. 25. Abraham echter zei: Kind, herinner u dat u het goede deel ontvangen hebt in uw leven en Lazarus evenzo het kwade. En nu wordt hij vertroost en u lijdt pijn. 26. En bovendien is er tussen ons en u een grote kloof aangebracht, zodat zij die van hier naar u zouden willen gaan, dat niet kunnen en ook zij niet die vandaar naar ons zouden willen gaan. 27. En hij zei: Ik vraag u dan, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28. want ik heb vijf broers. Laat hij dan tegenover hen getuigenis afleggen, opdat ook zij niet komen in deze plaats van pijniging. 29. Abraham zei tegen hem: Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren. 30. Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. 31. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.
Uit dit verhaal zou blijken dat er in het dodenrijk een kloof is tussen de mensen aan de kant van Abraham die het voorbeeld is van een man die met God wandelen en de kant met mensen die niet bij naam door God gekend worden. Vandaar dat er slechts gesproken wordt over de “rijke man”. Het was iemand die blijkbaar geen levende relatie met God had en dus ook niet bij naam gekend werd. Iets dat we vaker terugzien in de bijbel.
Mattheüs 25:11 (HSV) Later kwamen ook de andere meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open! 12. Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet.
Mattheüs 7:22 (HSV) Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? 23. Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!
Maar er lijkt dus een verschil te zijn in het dodenrijk, een plaats van rust en een plaats waar lijden is (de hades) waar de pijn betrekking lijkt te hebben op de tong, namelijk de adem die wij van God hebben gekregen om tot Hem te roepen zodat wij Hem leren kennen. Als wij die tong (onze adem en woord) niet gebruiken om tot God te spreken, mist het zijn doel, en dat noemen wij zonden. Als wij met de adem die wij van God ontvangen hebben wel tot God roepen krijgen we een levende relatie met Hem en zijn we levend voor God door die communicatie met Hem.
Maar in dit voorbeeld roept deze rijke man niet tot God maar tot Abraham, dat is horizontaal gefocust zijn, op andere mensen, en niet verticaal (op God). Alsof Abraham hem of zijn broers kan redden? Dit horizontale zien we ook terug in het boek Prediker, hij noemt het lucht en leegte namelijk goed en kwaad, links en rechts, vreugde en verdriet en dat uiteindelijk met het doel dat de mens zijn hoofd omhoog heft en God gaat zien, dus wie weet, ook voor deze rijke man?
We zien hier in het voorbeeld van Jezus ook vuur, het verstikt de adem en droogt de tong uit, het is een pijnlijke situatie (de Hades) waarin deze rijke man terecht is gekomen, wat we echter hier niet uit kunnen concluderen is of dit nu al een permanente situatie is voor deze man.
Dat in tegenoverstelling van de Gehenna, die ook wel de poel van vuur wordt genoemd, maar daar kom ik nog op terug. Helaas word in de vertaling vaak beide op een hoop vertaald met “hel” wat een woord is uit de germaanse mythologie, en dat terwijl het twee verschillende plekken zijn.
Gevangenis
Maar de bijbel spreekt ook van een gevangenis in het dodenrijk wat kan spreken over deze slechte plek, of het moet nog weer een andere plek zijn. We komen dat tegen als Jezus afdaalde in het dodenrijk om specifiek te prediken aan hen in de gevangenis en daarbij wordt gezegd dat dat zij zijn die ongehoorzaam waren toen God geduld had met zijn oordeel door water. Zij die buiten de ark waren stierven toen door hun ongehoorzaamheid, maar toch ging Jezus aan hen prediken. Waarschijnlijk niet om het hun nog even lekker in het gezicht te smeren dat ze verkeerd gekozen hadden, maar meer om ook hen op te roepen hun woord (adem) tot God te richten wat door Zijn volbrachte werk mogelijk is.
Zo kwam het evangelie (het goede nieuws van de open weg) ook in het dodenrijk bij de ongehoorzame mensen van uit de tijd van Noach, maar misschien toch ook symbolisch voor de mensen die niet in de ware ark (Jezus Christus) zijn gestapt tijdens dit leven, want waarom zou Hij alleen specifiek aan hen uit de tijd van Noach prediken en niet aan andere ongehoorzame mensen van de latere tijden? Zou Jezus hier echt onderscheid in gemaakt hebben toen Hij naar het dodenrijk ging? Ik denk het niet, iets wat we bevestigd zien in Petrus 4 waar aan de doden in het algemeen het evangelie verkondigd is, zij ontvingen wel oordeel in het vlees maar zouden leven naar God in de geest. God is en blijft rechtvaardig en het recht is gelijk voor iedereen en niemand zal verloren gaan omdat ze de prediking van het goede nieuws niet gehoord of begrepen zouden hebben. De bijbel leert eerder dat je verloren gaat doordat je het afwijst en niet tot God gaat via de weg die Jezus heeft geopend. God komt niet om te veroordelen maar om te redden, en een mens kan pas gered worden als hij inziet redding nodig te hebben.
1 Petrus 3:19 door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, 20. namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen.
1 Petrus 4:3 Want wij hebben de voorgaande tijd van ons leven lang genoeg de wil van de heidenen gedaan en gewandeld in uitingen van losbandigheid, begeerten, dronkenschap, zwelgpartijen, drinkgelagen en allerlei walgelijke afgoderij. 4 Daarbij bevreemdt het hun dat u niet meeloopt in dezelfde uitbarsting van losbandigheid, en zij belasteren u. 5 Maar zij zullen rekenschap moeten afleggen aan Hem Die gereedstaat om de levenden en de doden te oordelen. 6 Want daartoe is aan de doden het Evangelie verkondigd, opdat zij wel geoordeeld werden naar de mens in het vlees, maar ook zouden leven naar God in de geest.
Johannes 3:17 (HSV) Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. 19. En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. 20. Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet ontmaskerd worden. 21. Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn.
Genesis 2:7 (SV) En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens (Neshamah – H5397); alzo werd de mens tot een levende ziel.
Welke kant?
Maar nu zijn er allemaal mensen afgelopen duizenden jaren beland in het dodenrijk, aan beide kanten en nu vraag je misschien af op basis van welke regels kom je aan de kant met pijn of aan de kant met rust?
Je zou denken dat er toch enige vorm van nuance moet zijn bij God aangezien we sinds pas tweeduizend jaar de redding via Christus openbaar kennen, en dan overigens niet eens gelijk sinds tweeduizend jaar over de gehele wereld. En de mensen ervoor dan? Zijn die verloren omdat zij niet Christus hebben aangenomen?, is dat de regel waaraan God handhaaft of is dat een regel van mensen? Want bij dat laatste komt meestal ook een door mensen samengestelde lijst van eigenschappen om te kunnen bepalen en toetsen of iemand het heeft aangenomen en gered is.
En die vraag moet je dus niet voor God beantwoorden maar voor jezelf, ga jij de weg van Christus tot redding? Of ben je drukken te bepalen met een lijstje van hoe een christen eruit moet zien en hoort te handelen om ze te bepalen wie wel of niet gered zou zijn? Ik laat dat voor nu even bij jezelf als lezer.
En dan komen we eigenlijk op de tweede vraag, wat is de dood eigenlijk?
Wat is de dood?
Dood is eigenlijk vrij eenvoudig uit te leggen, en vervolgens met enorm veel voorbeelden te onderbouwen, maar dat laatste ga ik beperkt doen vanwege de lengte van dit stukje.
Dood is het niet hebben van relatie/communicatie. Als iemand in het vlees sterft noemen wij iemand dood, want wij kunnen vanaf dat moment niet meer communiceren met die persoon aangezien onze communicatie via ons vlees gaat en iemand vertrokken is in geest naar het dodenrijk.
Maar dat is de dood voor ons, en zoals Jezus al duidelijk maakte is dat niet de dood voor God.
God noemt het de slaap/rust. Dood voor God is als iemand geen communicatie met Hem heeft. En geen communicatie hebben met God kan leiden tot verstrekkende gevolgen.
Het heeft te maken met het feit dat wij leven door de levensadem van God die in het Hebreeuws de “neshama” genoemd wordt.
Spreuken 20:27 (HSV) De geest (Neshamah – H5397) van een mens is een lamp van de HEERE, die alle schuilhoeken van zijn binnenste doorzoekt.
Jesaja 2:22 (NLD1939) Dan moet ge wel ophouden, Op mensen te steunen, Die enkel in hun neus wat adem (Neshamah – H5397) hebben; Wat zouden ze dan voor waarde bezitten?
Eigen is heel kortweg gezegd de mens niets meer dat die levensadem die hij heeft ontvangen, maar wat adem ons leert in het vlees is ook van toepassing op de ziel, namelijk dat als je je adem vasthoudt en niet meer nieuwe adem krijgt je sterft.
Zo zal de ziel wel leven met de adem die God inblies, maar het kan niet eeuwig blijven bestaan door het vasthouden ervan. Er komt een moment dat de adem is uitgewerkt en de ziel sterft, en die dood noemt de bijbel de tweede dood, en die dood vindt plaats in het allerlaatste oordeel in de Gehenna. Alles daarvoor is de eerste dood, maar God waakt voor de tweede dood.
De eerste dood is adem hebben en God er niet meer aanroepen, de tweede dood is geen adem meer hebben om ooit tot God te kunnen roepen.
Dus het hele verschil zit hem niet in wat je op aarde doet en zegt (eigen werken en de juiste woorden) maar het zit hem in God persoonlijk kennen en dat Hij jou kent. (relatie en communicatie). Geloven is dus niet kunnen noemen wat de juiste weg naar God is, en geloven dat die weg waar is, geloven is die weg gaan en zo met God te wandelen waardoor je elkaar kent.
Mattheüs 7:22 (HSV) Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? 23. Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!
Het gaat er dus om dat je God leert kennen en met Hem wandel, net als onze geloofs voorbeelden zoals Job, Abraham, David, Salomo etc. Allemaal stuk voor stuk mensen die verre van perfect waren met hun afgoderij, twijfel, overspel en moord, maar toch wandelden zij met God en dat werd hun aangerekend als geloof en redding.
En dat was allemaal ver voor het werk aan het kruis, en dan denk je misschien: hoe kunnen zij dan gered zijn, zij konden toch niet geloven in de weg van en via Christus? Heel simpel kan dat, doordat zij God aanriepen met hun adem, hun Woord (neshama), en het Woord is de weg, en Christus zegt zelf dat Hij die weg is als vleesgeworden Woord.
Het werk van Christus is de open weg naar de Vader en dat geldt na het kruis maar ook daarvoor, want er is geen andere weg.
Het gaat erom dat wij die weg niet alleen maar kennen bij naam of traditie, het gaat erom dat wij die weg in vrijmoedigheid daadwerkelijk gaan tot God, want dat is echt geloven en vertrouwen in God dat Hij genadig is, en dat Hij de weg heeft vrijgemaakt.
En zo kan het naar mijns inzien voorkomen over de gehele wereld dat er mensen zijn die die weg naar God gaan, God vinden en met Hem wandelen terwijl wij dat niet kunnen meten aan onze vastgestelde christelijke maatstaven. Deze dingen gebeuren in geest, want God is geest. En de mens kijkt naar uiterlijk vertoon, maar God kijkt niet naar het uiterlijk, God kijkt of het hart naar Hem uitgaat en dan mag iemand via de weg die Christus heeft geopend tot God komen.
2 Kron 16:9 (NBG) Want des HEREN ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat.
Je komt dus niet in de werkelijke, tweede dood doordat je de weg niet kent, je komt in de tweede dood als je de weg niet zoekt en niet gaat, en daarmee dus niet gaat naar God in het verlangen naar Hem.
Exact zoals Abraham en alle andere gelovigen, maar ook de heidenen en grote zondaren in de tijd van Jezus waar Hij meer geloof vond (zij naderden vrijmoedig tot Hem) dan bij alle religieuze en vrome “goede” mensen die daarom heen liepen en er een sterke mening op nahielden.
Zo mogen wij voor onszelf weten wat de werkelijke dood inhoudt (geen communicatie met God) en mogen wij daarin niet op uiterlijke zaken een ander veroordelen maar het vooral betrekken op onszelf omdat het in geest afspeelt en niet in ons uiterlijk voordoen en eigen werken.
Zo ziet God dus geen verschil tussen de mensen in het dodenrijk en die nog op de aarde lopen, want zelfs de mensen die op aarde lopen kunnen dood zijn in Gods ogen als ze niet met Hem communiceren willen terwijl de weg (Christus) open is.
Efeze 5:14 (HSV) Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.
Blijf dus niet hangen in de dood, ook al leef je nog op aarde. Maar wandel met God, de weg is vrijgemaakt door Christus zodat wij weer kunnen wandelen met Hem zoals Adam en Eva ook deden voordat zij zondigden en zij zich verstopte voor Gods roepen, precies zoals God ook ons roept uit onze slaap tot het Leven.
Ook de Sadducceeën in de tijd van Jezus begrepen weinig van wat de dood nou inhield en het opstaan eruit;
Markus 12:18 (HSV) Er kwamen ook Sadduceeën naar Hem toe, die zeggen dat er geen opstanding is, en zij vroegen Hem: 19. Meester, Mozes heeft ons voorgeschreven: Als iemands broer sterft en een vrouw achterlaat en geen kinderen nalaat, dat dan zijn broer diens vrouw tot vrouw moet nemen en voor zijn broer nageslacht verwekken. 20. Nu waren er zeven broers; en de eerste nam een vrouw en liet bij zijn sterven geen nageslacht na. 21. Ook de tweede nam haar tot vrouw en stierf, en ook deze liet geen nageslacht na; en de derde evenzo. 22. En alle zeven namen haar tot vrouw en lieten geen nageslacht na; als laatste van allen stierf ook de vrouw. 23. In de opstanding, wanneer zij opgestaan zullen zijn, van wie van hen zal zij dan de vrouw zijn? Want alle zeven hebben haar als vrouw gehad. 24. En Jezus antwoordde hun: Dwaalt u niet daardoor, dat u de Schriften niet kent en ook niet de kracht van God? 25. Want wanneer ze uit de doden opgestaan zullen zijn, trouwen ze niet en worden ze niet ten huwelijk gegeven, maar zijn ze als engelen in de hemelen. 26. En wat betreft de doden, dat zij opgewekt zullen worden: hebt u niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God in de doornstruik tot hem sprak: Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob? 27. Hij is niet een God van doden, maar een God van levenden. U dwaalt dus erg.
Dus wees niet droevig over de mensen die voor ons doen nu dood zijn, want God is geen God van doden maar van levenden. Onze dood in niet voor Hem de dood. Onze grenzen zijn niet Zijn grenzen. Hij heeft de sleutels van de dood en het dodenrijk met een reden.
Ze zijn er nog en misschien roepen ze wel tot God en kent God ze bij naam? God is een rechtvaardig God en kent van een ieder zijn overwegingen en het hart en zoekt naar dat wat naar Hem is uitgegaan, ook een klein geloof is toch nog geloof.
Openbaring 1:17 (HSV) En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste, 18. en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf.
Er valt uiteraard nog veel meer te zeggen tot in veel meer details, maar het wordt alweer een lang stukje dus zal ik het hier toch bij laten. Ik hoop dat jullie er wat aan hebben.