Uncategorized

Afgoden in tijd, ruimte en materie

In het laatste stuk over het wankelende beeld heb ik het al gehad over afgoderij, en hoe de komst van Christus in ons hart onze afgoden aan het wankelen brengt. Maar wat zijn dan eigenlijk de afgoden in ons leven? Wat is nou echt typerend voor een afgod?

Daarvoor moeten we weer net als in mijn stukje over Job nagaan wie God voor ons is?
Wat is ons beeld van God, en in hoeverre is dat beeld een afgod? In welke dingen hebben wij ons vertrouwen gesteld zodat ze voor ons een zekerheid of garantie geven en voor ons zorgen?
Wie is God eigenlijk, en waar is Hij?

Het grote probleem met het bevatten van God is eigenlijk dat bij alles wat wij als mens kunnen bevatten, het bij voorbaat al tekort doet aan God omdat Hij groter is dan alles wat wij ook maar zouden kunnen bevatten.
God is eeuwigheid, Hij is van buiten tijd. God was er altijd al en aan Hem is geen begin en geen einde. Daarom spreekt de Bijbel ook over God als de Alfa en de Omega, Hij is het begin en het eind. Hij is allesomvattend. 

Wij zitten opgesloten in een wereld in dimensies waar wij niet buiten kunnen denken. Onze wereld bestaat uit ruimte, tijd en materie. Als je iets wil maken of begrijpen heb je ze alle drie nodig. Je hebt de tijd nodig om te bepalen wanneer iets gemaakt kan worden, of wanneer iets gedaan kan worden. Maar je hebt ruimte nodig om ergens iets (materie) te kunnen maken of doen, ook al heb je tijd en materie. En zonder materie heb je niets aan ruimte en tijd, want zonder materie heb je niets om te doen of te maken in die ruimte op die gezette tijd. En met alleen materie en ruimte ben je er ook niet want zonder tijd moet je je afvragen wanneer je wat doet met die materie in die ruimte.
Want als je dus een van de drie mist kun je niets in onze wereld, dan kan het simpelweg niet bestaan.

Maar God is dus schepper van deze schepping die bestaat uit ruimte, tijd en materie. Hij staat er buiten en erboven. Iets wat wij met onze hersenen die in deze dimensies opgesloten zitten gewoonweg niet kunnen bevatten.
En hier begint dus het ontstaan en onderscheiden van de afgoden. Alles en ieder beeld van God wat past in het beeld van tijd, ruimte en materie kan niet God zelf zijn, het kan slechts een uitbeelding zijn van een fragment of karaktereigenschap van God, maar nooit God zelf.

En dan denk je misschien, hoe zit het dan met Jezus? Hij was toch ook God en wel degelijk in tijd, ruimte en gemaakt van materie? En dat klopt, maar Jezus verwees daarom ook pertinent naar de Vader om steeds de focus van Hemzelf af te halen.

Mattheüs 19:16 (HSV) En zie, er kwam iemand naar Hem toe en die zei tegen Hem: Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben? 17. Hij zei tegen hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God. Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht.

Markus 13:31 (HSV) De hemel en de aarde zullen voorbijgaan (tijd, materie en ruimte), maar Mijn (Jezus Christus) woorden zullen zeker niet voorbijgaan. 32. Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader.

Johannes 4:19 (HSV) De vrouw zei tegen Hem: Heere, ik zie dat U een profeet bent. 20. Onze vaderen hebben op deze berg aanbeden (ruimte en materie), en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plaats (ruimte) is waar men moet aanbidden. 21. Jezus zei tegen haar: Vrouw, geloof Mij, de tijd komt dat u niet op deze berg (ruimte en materie), en ook niet in Jeruzalem (ruimte) de Vader zult aanbidden. 22. U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden. 23. Maar de tijd komt en is er nu (eeuwigheid, want het komt en is er al), dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden. 24. God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.


Hij was God in vlees, volledig als mens op aarde om zo de nederigheid en de genade van God de Vader aan ons te openbaren. Maar Hij wil niet dat wij daarbij blijven hangen en Hem vereren als God zelf, want dan zouden wij vergeten dat wij juist verder moeten door Hem naar de Vader. Want alleen dan komen we uit in de eeuwigheid, namelijk het één zijn met God in eeuwigheid. Dus buiten tijd, ruimte en materie.

Want alleen dan kunnen we een werkelijke relatie hebben met wie God echt is. Pas dan kunnen we zijn op de plaats en dimensie waarin God bestaat. Hier op aarde is het niet te vatten, maar in een levende relatie met God zelf wel. En dat maakt het vervolgens ook moeilijk overdraagbaar, want hoe kun je als mens je relatie beschrijven met een God die buiten tijd, ruimte en materie bestaat? Dat gaat niet, de relatie is gewoon wat het is, en God is gewoon wie Hij is. “IK BEN” zegt Hij tegen Mozes met een reden.

Afgoderij lijkt dus te maken te hebben met het vertrouwen stellen in, en de focus leggen op dingen en het beeld van God dat gebaseerd is op onze dimensies. Het is als het ware stil staan bij het bordje dat ons de richting wijst naar God, en dat bordje gaan zien als einddoel en als God.
Zo is deze schepping, inclusief Jezus Christus als God in het vlees, slechts een getuige van Gods bestaan buiten deze schepping in eeuwigheid, en het is een weg die naar God wijst tot in de eeuwigheid. Stel dus niet je vertrouwen in de schepping, en verhef de schepping (tijd, materie en ruimte) niet tot een afgod. Want alles wat in die categorieën valt is vergankelijk en zal op een dag verdwijnen.

De tijd die je hebt, de materie die je verzamel en in stand houd (incl. je eigen lichaam) op de ruimte hier op aarde waar je waarde aan hecht of je vertrouwen in hebt liggen. Dat alles is prima maar geen einddoel, het moet geen God worden, het moet niet iets worden wat voor jou zorgt want op een dag bestaat dat alles niet meer.

Romeinen 1:18 (HSV) Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken, 19. omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard. 20. Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn. 21. Want zij hebben, hoewel zij God kennen, Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar zij zijn verdwaasd in hun overwegingen en hun onverstandig hart is verduisterd. 22. Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen, zijn zij dwaas geworden, 23. en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren. 24. Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren. 25. Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.

God is in de eeuwigheid, Hij is onzichtbaar als een Geest en Hij is er en was er altijd al en zal er ook altijd blijven. Wij hebben vaak een afgod bestaande uit tijd, materie of ruimte. Allemaal geschapen dingen, en wij horen niet het schepsel te dienen boven God.

Openbaring 1:8 (HSV) Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.

En wat is dat dan concreet voor jou? Dat mag je met God gaan leren in je leven hier op aarde. Til er niet te zwaar aan als je afgoden aantreft en tijd nodig hebt om er los van te komen. Het is allemaal een leerschool voor ons hier op aarde. Door ons vertrouwen in God door het volbrachte werk van Christus zijn wij al met God in eeuwigheid een nieuwe schepping.
Als het voor ons die nu al eeuwig leven in Hem dodelijk zou zijn nu nog afgoden te hebben, zou God ze als liefdevolle Vader al direct hebben weggenomen of ons de kracht hebben gegeven ze weg te doen.


Hij laat ze zodat wij ze een voor een mogen ontdekken en zelf mogen leren er los van te komen. Hij legt ze zoals al gezegt in het vorige artikel al op de drempel en maakt ze al minder belangrijk door de handen en kop te verwijderen. Dit zodat wij stukje voor stukje, beetje bij beetje meer te zien krijgen van wie God is en zo mag ons geloof en vertrouwen in Hem ook steeds meer groeien. Net als Job, dwars door alles in dit leven heen, hoe zwaar het ook soms is en moet zijn. In dat alles zullen de afgoden geen stand houden, maar ons geloof in God staan als een rots in de branding. Dan mogen wij zien dat ons geloof in God door God tot stand wordt gebracht.
Open je ogen en laat Gods Geest zo werken aan alles wat uit tijd, materie en ruimte bestaat en Gods plaats wil innemen. Leer het onderscheid door Zijn Geest en wandel in eeuwigheid met God.

Johannes 14:16 (HSV) En Ik (Jezus Christus)  zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, 17. namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.

1 Johannes 2:17 (HSV) En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *