Uncategorized

De Ware Ark van Het Verbond (de belofte)

Als we aan een ark denken, hebben we misschien al snel de Ark van Noach in gedachten, of misschien de Ark van het Verbond. Ondanks dat deze twee niets met elkaar te maken lijken te hebben doen ze dat volgens mij toch wel.

De Ark van Noach
De Ark van Noach was er om mensen te redden van het oordeel dat onvermijdelijk over de wereld zou komen. Uiteindelijk stapte er maar weinig in en bleven er slechts acht behouden.

Die acht is gelijk een mooie symboliek, want acht heeft te maken met de nieuwe schepping die de achtste dag genoemd wordt. Zo ging Noach als het ware over van de oude wereld naar de nieuwe. Wij mogen in de ark onze rust vinden net als Noach. De naam van Noach betekent ook rust. De Ark zelf staat symbool voor Christus waarin wij veilig mogen zijn voor het oordeel en mee mogen gaan naar de nieuwe schepping.

Maar wat heeft dan de ark van het verbond hiermee te maken? Dat was niet echt een voorwerp waarin mensen gered werden voor de vloed, of überhaupt veel mensen in zouden passen.
Het was eigenlijk een met goud overtrokken kist van acacia hout die door de woestijn met de Israëlieten werd meegedragen en in de tent van ontmoeting (Tabernakel) werd gezet in het heilige der heilige. Later, toen in het beloofde land Salomo de Tempel bouwde, kwam de ark daar in het heilige der heilige te staan.

Exodus 25:10 (HSV) Ook moeten zij een ark van acaciahout maken; zijn lengte moet tweeënhalve el zijn, zijn breedte anderhalve el en zijn hoogte anderhalve el. 11. U moet hem met zuiver goud overtrekken; vanbinnen en vanbuiten moet u hem overtrekken en er aan de bovenkant een gouden rand omheen maken. 12. Dan moet u er vier gouden ringen voor gieten en die aan zijn vier voetstukken bevestigen, namelijk twee ringen aan de ene kant ervan en twee ringen aan de andere kant ervan. 13. Vervolgens moet u draagbomen van acaciahout maken en die overtrekken met goud. 14. Dan moet u de draagbomen door de ringen steken aan weerskanten van de ark, om de ark daarmee te dragen. 15. De draagbomen moeten in de ringen van de ark blijven, ze mogen er niet uitgetrokken worden. 16. Vervolgens moet u in de ark de getuigenis leggen, die Ik u geven zal. 17. Dan moet u een verzoendeksel van zuiver goud maken, zijn lengte tweeënhalve el en zijn breedte anderhalve el. 18. Vervolgens moet u twee cherubs van goud maken, als gedreven werk moet u ze maken, aan de beide uiteinden van het verzoendeksel. 19. Maak één cherub aan het uiteinde aan de ene kant, en één cherub aan het uiteinde aan de andere kant; als één geheel met het verzoendeksel moet u de cherubs maken, aan de beide uiteinden ervan. 20. De cherubs moeten hun beide vleugels naar boven uitgespreid houden, terwijl ze met hun vleugels het verzoendeksel bedekken en hun gezichten naar elkaar toe gericht zijn; de gezichten van de cherubs moeten naar het verzoendeksel gericht zijn. 21. Vervolgens moet u het verzoendeksel op de ark leggen, en in de ark moet u de getuigenis leggen, die Ik u geven zal. 22. Dan zal Ik u daar ontmoeten en van boven het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs, die zich op de ark van de getuigenis zullen bevinden, zal Ik met u spreken over alles wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal.

Toch symboliseert ook deze ark de redding van de gelovigen die hun weg daarin vinden naar de nieuwe wereld. Eigenlijk vinden wij in die ark die net als die van Noach ook Christus voorstelt de weg tot in het Heilige de Heilige. Het is alsof wij in deze ark geborgen mogen worden en gedragen worden door de oude schepping, daarna de nieuwe schepping door naar de eeuwigheid bij God. Het is een belofte, het is een verbond met ons.


De voorhof
Nu bevinden wij ons nog in de oude schepping, maar wel geborgen in Christus. De plaats waar wij nu zijn heet in vergelijking met het oog op de tabernakel en de tempel “de Voorhof”.
In de voorhof leven wij nu, midden in de woestijn van deze wereld maar geborgen binnen de omheining van de hof van de Tabernakel. En hier vinden wij het brandofferaltaar dat symbool staat voor het offer van Christus dat wij hebben aangenomen om voor ons een weg vrij te maken naar God.

Als wij doorlopen in deze voorhof komen wij bij het koperen wasvat, wat symbool staat voor de doop. Het afwassen van onze zonden, ons slechte geweten dat ons van God afhoudt en ons vuil maakt, maar ook vaak andere. Want met een slecht geweten oordelen wij niet alleen onszelf maar ook de ander. Daarin mogen wij rust vinden.

Het Heilige
Als we dat wasvat gehad hebben en gereinigd zijn van ons slechte geweten kunnen we, of eigenlijk beter gezegd, durven we weer te naderen tot God. We komen dan in het Heilige want wij mogen nu door de hergeboorte al een onderdeel zijn van die nieuwe schepping die nog gaat komen. Daar vinden wij het reukoffer altaar, de zevenarmige kandelaar en de tafel met 12 toonbroden.

De tafel met de 12 toonbroden staat voor het volk van Israël die ook hun functie heeft op de nieuwe schepping, samen met de Gemeente van Christus die wordt gesymboliseerd door die zevenarmige kandelaar. Dit wijst heen naar de 7 gemeenten in Openbaring die Jezus als zeven sterren in Zijn hand heeft. Die sterren wijzen als symbool naar de sterrenhemel in onze oude schepping waarin wij weer een stap dichterbij de derde hemel zijn gekomen.
Het Heilige is dus het vertrek daarvoor, het is de nieuwe schepping die nog komen moet.
Met deze nieuwe schepping eindigt het boek openbaring, maar het is een tijdelijke situatie zodat het laatste wat op God vertrouwd tot eenheid kan worden met Christus waarna Christus zich onderwerpen zal aan de Vader en alles één zal zijn in eeuwigheid.

Het Heilige der Heilige
Het Heilige der Heilige staat symbool voor de Derde Hemel, de eeuwigheid want daar waar God woont is geen tijd. Het was er altijd al, daar was Gods Woord ook altijd voordat Hij het uitsprak en zo een schepping deed ontstaan. Maar Gods Woord zal hier weer terugkeren, maar niet alleen want met Hem komt iedereen mee die van Hem getuigt. Oftewel iedereen die zijn vertrouwen en geloof in Hem heeft gesteld. Hij gaat als een Hogepriester de hemelen door, de ware Tempel van God in om daar een offer te brengen voor de Vader. Het doel is dus niet in deze schepping te blijven en ook niet om in de nieuwe schepping te blijven, het einddoel is in eenheid komen bij God zelf in de eeuwigheid, de derde hemel.

Maar hoe komen wij in de aanwezigheid bij een Heilig en volmaakt God? Dat is dus via de ark van het verbond. Wij mogen (in) die ark zijn. Het Acacia hout dat gebruikt werd was lastig hout om mee te werken. Hard en in allerlei kromme vormen. Het was veel werk om daar een ark van te maken, toch was dit de opdracht voor de Israëlieten.
Het acacia hout zijn wij, het is voor handen in de woestijn (deze oude schepping) en het is stoffelijk zoals ons vlees stoffelijk is. Er is heel wat aan te bewerken voordat wij planken zijn die met goud overtrokken worden. Het goud is symbool voor het nieuwe lichaam wat wij ooit zullen krijgen.

Nu vormt God ons om te worden tot een voorwerp in Zijn Tempel, een voorwerp ter eer noemt de Bijbel dat. Samen zijn wij de Ark, de gelovigen met Jezus Christus als Hoofd. Hij is dat massief gouden deksel waar het bloed van het paaslam ieder jaar door de priester op uitgegoten werd. Als God op de ark neerkijkt ziet Hij het bloed dat heeft betaald en Zijn Zoon, dat deksel. Zo kunnen wij veilig naderen tot God in de eeuwigheid, geborgen in Christus.
Van tussen de Cherubs op het deksel spreekt God met Mozes staat er in Exodus. Hier zien wij dat het Woord vanaf het deksel klinkt omdat Jezus Christus Het Woord van God is. (Johannes 1).

Zo gaan wij dus als de Ark, een voorwerp bestemd voor Gods Tempel vanaf de aarde (voorhof) door het Heilige (de nieuwe schepping) tot in het Heilige der Heilige (de eeuwigheid bij God de Vader) En dat is ook de reden dat de draagstokken nooit uit de ark gehaald mochten worden. Gods plan met ons komt niet tot een stilstand, ook niet straks op de nieuwe schepping. De Ark moet door totdat wij bij Hem zijn in eenheid tot in de eeuwigheid.

De Ark van Mozes
Nog een klein uitstapje om af te sluiten is de ark waarin Mozes gered werd.
Wij lezen altijd over het mandje waarin Mozes in de Nijl werd gelegd. Als we in het Hebreeuws kijken wordt er in Exodus 2:3 het woord “tebah” gebruikt voor mandje.
Als we dit woord verder opzoeken in de bijbel zien we dat het exact hetzelfde woord is wat gebruikt wordt in het verhaal van de ark “tebah” van Noach.
Ook hier zien we weer dezelfde symboliek door de ark gebracht worden naar het leven.

Mozes die geboren werd in slavernij en in gevaar van de dood. Hij vond zijn redding in een arkje door het water heen (net zoals bij Noach en het wasvat in de Tempel). En ook Mozes kwam in het koninklijk paleis waar hij als koninklijke zoon werd aangenomen. Zo zullen wij ook door Christus als zonen van God wonen bij Hem in de eeuwigheid. Wat een enorme genade kunnen we dat noemen, wat een mooie weg naar de eeuwigheid. Die weg mogen we gaan, die weg is Christus.

Johannes 14:6 (HSV) Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.

Hebreeën 9:11 (HSV) Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. 12. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. 24. Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *