Uncategorized

Jezus wijst ons naar God de Vader

Een bekende uitspraak binnen de christenwereld is de uitspraak van Jezus; “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” 

Johannes 14:1 (HSV) Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. 2. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. 3. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. 4. En waar Ik heen ga, weet u, en de weg weet u. 5. Thomas zei tegen Hem: Heere, wij weten niet waar U heen gaat, en hoe kunnen wij de weg weten? 6. Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. 7. Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien.

Een uitspraak waarin Jezus eigenlijk in een heel simpele manier aantoont hoe je bij God kan komen, er is namelijk een weg en die weg is Jezus Christus zelf. Als je Jezus Christus echt ken, dan ken je ook de Vader want dan is namelijk de weg open.
Het grote probleem van ons is dat wij nu leven in een stoffelijke wereld, in een stoffelijk lichaam met stoffelijke ogen en oren die luisteren en kijken naar deze wereld in het stof.
God is geen stof, God is Geest en daarmee kan Hij zich niet openbaren aan ons. Maar omdat God zich toch wil openbaren aan ons heeft Hij een stoffelijke vorm aangenomen, Jezus Christus. En omdat het stof is dat uit God voortkomt, noemen we Hem ook wel God’s Zoon.
Zo is Jezus Christus dus God en de weg naar God, maar niet het einddoel zelf. Dat klinkt als Godslastering, maar daarvoor leg ik het verder uit. God geeft ons daarvoor een voorbeeld in ons eigen stoffelijke lichaam. Als je praat met iemand anders dan spreek je met jou stoffelijk lichaam tot het stoffelijke lichaam van de ander. Dat stoffelijke lichaam wat voor je staat en tegen wie je praat is eigenlijk niet die persoon, het is slechts het stoffelijke lichaam van die persoon. De persoon met wie je praat is de ziel in dat lichaam, die gebruik maakt van dat lichaam om met jou te communiceren.
Als degene sterft (zijn lichaam verlaat) dan is dat overblijfsel niet die persoon. Het overblijfsel wordt begraven en heeft zijn doel gehad in dit leven. Het stof vergaat weer tot stof en is tijdelijk.
Zo is Jezus Christus de belichaming van God in het stof om zo met ons mensen (die geestelijk dood zijn, en dus stoffelijk) toch weer te kunnen communiceren. Jezus Christus is als het ware de stoffelijke, zichtbare hand die God (die Geest is en onzichtbaar) uitstrekt naar ons om ons te redden. Jezus is daarmee dus de weg naar God de Vader toe. Hij is God, maar Hij is niet het einddoel. Hij is namelijk de weg naar God met God de Vader zelf als einddoel.
En doordat Jezus in het stof kwam om zo het goede nieuws te verkondigen aan ons mensen, die gericht zijn op het stof, dat de weg open is, zo kunnen wij nu door het geloof in die weg geestelijk opnieuw geboren worden en weer geestelijk leven en een relatie hebben met God die Geest is. Daarom zien wij Jezus niet hier op aarde meer rondlopen is stof, want die stoffelijk uitgestrekte hand heeft zijn functie vervult voor nu, en de weg is open in Geest. God heeft zichzelf bekend gemaakt aan ons in het stof, het stof dat tijdelijk is, zodat wij kunnen leren leven in Geest, dat wat eeuwig is namelijk bij God zelf.

Net als weer in het voorbeeld van de twee mensen die communiceren met elkaar door middel van hun stoffelijke lichaam. Als die twee mensen ineens geestelijk konden (telepathisch) zouden kunnen communiceren, dan heeft het lichaam nog weinig nut om in stand te houden wat betreft die relatie.

Maar zo ook in het oude testament was Jezus al die weg naar God de Vader. Het maakt niet uit of je nu gelooft in onze tijd in het volbrachte werk van Jezus Christus op aarde, of dat je zou hebben gelooft voordat Jezus Christus het werk volbracht op aarde. Het ene geloof kijkt achterom naar wat God gedaan heeft, en het andere geloof keek vooruit naar wat God beloofd had te gaan doen en beide geloven worden tot gerechtigheid (vertrouwen in God) gerekend. Abraham is daarvan een heel mooi voorbeeld uit het verleden;

Romeinen 4:18 En hij (Abraham) heeft tegen alles in gehoopt en geloofd dat hij een vader van vele volken zou worden, overeenkomstig wat gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn. 19 En niet verzwakt in het geloof, heeft hij er niet op gelet dat zijn eigen lichaam reeds verstorven was – hij was ongeveer honderd jaar oud – en dat ook de moederschoot van Sara verstorven was. 20 En hij heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf. 21 Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was. 22 Daarom ook is het hem tot gerechtigheid gerekend. 23 Nu is het niet alleen ter wille van hem geschreven dat het hem toegerekend is, 24 maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft,

Abraham twijfelde niet aan de zoon van de belofte, en dat ging hier natuurlijk over Isaak die zou komen, maar vooral ook profetisch gezien over De ware Zoon van de belofte, de Messias die zou voortkomen uit Abraham’s nageslacht.
Maar wat ook heel mooi is in dit stukje uit Romeinen staat in vers 24, waar staat dat het geloof in Hem (God zelf) tot gerechtigheid gerekend wordt. Het geloof in Hem (God de Vader zelf) die Jezus uit de doden opgewekt heeft. Dat brengt ons bij het tweede aspect van De Weg, namelijk nooit door God verlaten worden…

Lukas 22:17 (HSV) En nadat Hij een drinkbeker genomen had en gedankt had, zei Hij: Neem deze en deel hem onder elkaar. 18. Want Ik zeg u dat Ik niet drinken zal van de vrucht van de wijnstok, totdat het Koninkrijk van God gekomen is.

Markus 15:34 (HSV) En op het negende uur riep Jezus met luide stem: ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom/hoezeer hebt U Mij verlaten?

Johannes 19:28 (HSV) Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! 29. Er stond dan een kruik vol zure wijn en ze vulden een spons met zure wijn, omwikkelden die met hysop en brachten die aan Zijn mond. 30. Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.

Jezus Christus werd aan het kruis voor een moment door God verlaten opdat wij nooit meer verlaten hoeven te worden door God. Wij mogen door die verlatenheid nu altijd een relatie met God hebben en Hem kennen. Dat is hoe Jezus Christus de weg opende naar God, door in plaats van ons van God verlaten te zijn. Hij verdroeg wat wij niet kunnen verdragen. Dat is ook waarom Jezus toen, na dat moment al riep dat het volbracht was. De dood van Hem in stof was niet het openen van de weg, de dood van Hem aan het kruis (door God verlaten is de ware dood) opende de weg. Hij vervulde daarom ook aan het kruis de belofte aan de discipelen tijdens het laatste avondmaal waarin Hij zei dat Hij pas weer zou drinken van de vrucht van de wijnstok zodra het koninkrijk van God gekomen was. En Hij dronk aan het kruis van de vrucht van de wijnstok, omdat het volbracht was. Daar aan dat kruis was Hij van God verlaten, en daar draaide het allemaal om.

Maar waarom stierf hij dan alsnog lichamelijk zou je denken? Om namelijk af te dalen in het dodenrijk en daar het goede nieuws bekend te maken dat Hij overwonnen had, Hij had de weg terug naar God geopend en Jezus is die weg geworden. Die weg die nu helemaal vanuit het dodenrijk tot aan God loopt voor hen die hun vertrouwen stellen in God. En daarom maakt het geen verschil meer voor hen die stierven voordat Jezus kwam op aarde, of hen die erna kwamen. Het gaat erom of je door het volbrachte werk van Jezus Christus (het door God verlaten worden) weer een relatie met God hebt of niet. Het gaat er niet om of je die weg kent of kan benoemen, het gaat erom of je die weg (Christus) daadwerkelijk bewandelt naar God de Vader toe, want anders heeft het kennen van de weg geen nut.

Johannes 17:3 (HSV) En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.

Twijfel dus niet in alles wat je goed of fout doe of hebt geleerd over God, stel je vertrouwen op het volbrachte werk van de Zoon van God die kwam om de weg naar God te openen. Ga die weg en bouw aan je eigen persoonlijke levende relatie met God de Vader.
Hij kwam naar ons toe, pak dan Zijn hand en wandel met Hem naar God de Vader want Hij is het eeuwige leven!

Eén gedachte over “Jezus wijst ons naar God de Vader

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *