De eindtijd waarin wij leven
We hebben er allemaal waarschijnlijk links of rechtsom al weleens over gehoord, profetieën over de eindtijd. De grootste vraag is en blijft bij veel gelovigen wanneer de eindtijd begint, of zitten we er al midden in?
Een belangrijk iets om de tijd te duiden waarin wij zitten is het gebruik maken van de profetie over de eindtijd in het oude en nieuwe testament van de bijbel. Profetie die veelal vertelt over de achteruitgang van de mensheid, de opbouw van zonden het openbaar worden van de wetteloosheid die uiteindelijk tot een climax komt waarin God met oordeel over de wereld komt.
Veelal wordt hierin nauwlettend gekeken naar Israël als klok van de eindtijd, want veel profetie draait nou eenmaal om Israël. Maar ook wordt het nieuws nauwlettend in de gaten gehouden op oorlogen of geruchten over oorlogen, natuurrampen en de wetteloosheid.
Maar los van welke hedendaagse gebeurtenissen nou uitkomsten zijn van de eindtijd profetieën, waarvoor dienen deze profetieën nou eigenlijk?
Daarvoor hoeven we eigenlijk alleen maar in de bijbel te kijken naar de verhalen van voorgaande eindtijden, en als u nu afvraagt, zijn er meerdere eindtijden dan? dan is het antwoord ja, en dit is ook nog niet de laatste.
De tijd van Noach
Als we kijken naar de tijd waarin Noach zich bevond en waarin de zonden tot een climax liepen, daar bracht God ook profetieën om de mensen te waarschuwen voor het komende oordeel. Uiteindelijk met weinig succes want alleen Noach, zijn vrouw en drie zonen met hun vrouwen werden gered, door het oordeel heen, in de ark die hij bouwde in opdracht van God. Die tijd was de eerste eindtijd van een tijdperk met ernstige zonden. Wat altijd bijzonder is bij dit verhaal is dat God uiteraard prima Noach en zijn gezin met alle dieren had kunnen veiligstellen voor de vloed met Zijn grote macht, maar God koos bewust voor het laten bouwen van een ark. Dit omdat God helemaal niet uit was op het verderf met oordeel van vele mensen, of daar plezier in zou hebben. Hij gaf hen geruime tijd naast de profetieën door een ark voor hun neus te zetten waarmee zij gered konden worden. Zo rekte God te tijd voor de mens op door Zijn genade, maar we leren ook dat in veel gevallen de mens de redding niet ziet ook al staat deze pal voor zijn of haar neus. (Zoals Christus nu onze ark is).
Maar God’s genade is enorm groot, ook voor de mensen die omkwamen in die vloed door hun ongehoorzaamheid. Zij waren slaaf van hun zonden en kenden niet de bevrijding daarvan door het werk van Christus, en als ze daar misschien al wel profetie over hadden gehad, begrepen ze het in ieder geval niet. Daarom heeft Jezus Christus toen hij afdaalde in het dodenrijk nadat Hij aan het kruis de satan en de dood overwonnen had, gepredikt aan deze mensen om hen het goede nieuws te vertellen. Hij predikte waarschijnlijk niet aan hen als er geen bekering meer mogelijk zou zijn, dat zou sarcastisch zijn. Dus misschien zijn er zo vele uit de tijd van Noach toch nog door Christus gered geworden.
1 Petrus 3:18 (HSV) Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, 19. door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, 20. namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen. 21. Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus, 22. Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.
Zo zie je dat God komt met het oordeel pas na een uiterste uitstel, en dan nog dringt soms de genade door tot mensen in dat oordeel zelf. (voorbeeld zijn de twee misdadigers naast Jezus, beide veroordeeld net als Jezus aan het kruis, maar de ene behouden in dat oordeel, en de ander niet) Maar helaas zijn er ook dan nog mensen die God op geen enkele wijze willen kennen en liefhebben, maar daar is na het afwijzen van de Genade en het Offer van Christus geen remedie meer voor.
De tijd in Egypte
Later zien we een dergelijke eindtijd ook voor het volk Israël dat slaaf was in Egypte net zoals wij slaaf zijn in de wereld van zonden. Dat liep onder de heerschappij van de Farao (een type van de satan die regeert over de wereld) tot een climax (waarin de zonden en afgoderij van Egype groot was geworden tegen het volk van God en God zelf) waardoor God met oordelen kwam, namelijk tien plagen. Iets wat vooraf al was voorspelt met profetie.
Met die oordelen kwam er een einde aan de tijd van de Israëlieten in Egypte en werden ze bevrijd. En als je je afvraagt waarom God nou tien plagen over Egypte deed komen terwijl Hij ook het volk met 1 grote plaag had kunnen bevrijden? Dat was ook weer pure genade om zo het volk van Egypte kennis te geven over de grootheid van God en tijd om zich te bekeren. Ook was dit gelijk genade voor het volk Israël, want zij kregen hierdoor ook een grote kennis en inzicht van wie God was. Sommige Egyptenaren trokken uiteindelijk zelfs met Israël mee het land uit en sloten zich aan bij het volk van God (proselieten).
Maar door het openbaren van God op deze openbare wijze was de straf groot over hen die daarna (terwijl ze dus Gods grootheid gezien hadden) toch kozen niet God te gehoorzamen en Hem lief te hebben. Dat resulteerde voor velen (later in de woestijn) in de dood. Want als je genade en openbaring van God krijgt (soms zelfs in de vorm van wat wij oordeel noemen) en het afwijst, dan is er geen remedie meer mogelijk.
Hebreeën 3:14 (HSV) Want wij hebben deel aan Christus gekregen, als wij tenminste het beginsel van de vaste grond van het geloof tot het einde toe onwrikbaar vasthouden, 15. terwijl er wordt gezegd: Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet, zoals in de verbittering. 16. Want hoewel sommigen die stem gehoord hadden, hebben zij Hem verbitterd, maar niet allen die onder leiding van Mozes uit Egypte waren getrokken. 17. Op wie is Hij dan veertig jaar lang vertoornd geweest? Was het niet op hen die gezondigd hadden, van wie de lichamen zijn gevallen in de woestijn?
De tijd van de Messias
Maar ook in de tijd van Jezus kwam de ongehoorzaamheid en de zonden van het volk Israël tot een climax en kwam er een einde aan de tijd van Israël in hun eigen land. God liet hun profetieën uitkomen toen Hij als mens onder hen woonde maar zij Hem niet wilden aanvaarden. Zij konden Zijn woorden niet aanhoren en doodde Gods zoon, en daarmee God zelf. Zij deze het werk van de satan en misbruikte daarvoor de geschriften van Mozes en de wet.
De profetieën over het afwijzen van de messias gingen in vervulling en Jeruzalem met haar tempel werd afgebroken en de bevolking werd weggevoerd over de gehele aarde. (ca.70 na Christus).
Wederom een eindtijd die door een climax van zonden, een tijd waarin God zich openbaarde en het volk hem bewust afwees en waardoor het oordeel kwam. Een oordeel wat moest leiden tot gehoorzaamheid zodat dat Israël ooit weer tot geloof zou komen in hun God. Een oordeel waarmee vervolgens de genade kwam voor alle andere volkeren op aarde, want het Woord (Jezus Christus) ging over van de Jood naar de heiden.
De apostelen die in de wereld het evangelie brachten gingen daarom, zoals hoorde, eerst naar de toen al verstrooide Joden toe. Zij die de komst van de Messias in Israël zelf gemist hadden, en daar geen deel aan de afwijzing van de Messias hadden gehad. Maar wanneer ook zij (niet allemaal gelukkig) het Woord van God en de Messias afwezen, gingen de apostelen alsnog naar de heidenen om daar te prediken.
Handelingen 18:5 (HSV) En nadat Silas en Timotheüs uit Macedonië gekomen waren, werd Paulus er door de Geest toe aangezet tegenover de Joden te getuigen dat Jezus de Christus is.6. Maar toen zij zich verzetten en lasterden, schudde hij het stof van zijn kleren en zei tegen hen: Uw bloed zij op uw hoofd, ik ben rein; vanaf nu zal ik naar de heidenen gaan.
Handelingen 28:23 (HSV) En nadat zij voor hem een dag vastgesteld hadden, kwamen er velen naar de plaats waar hij verbleef. Hij legde het Koninkrijk van God aan hen uit en getuigde ervan, en hij probeerde hen, van ’s morgens vroeg tot de avond toe, zowel uit de Wet van Mozes als uit de Profeten, te bewegen tot het geloof in Jezus. 24. En sommigen lieten zich wel overtuigen door wat er gezegd werd, maar anderen geloofden niet. 25. En zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd: 26. Ga naar dit volk toe en zeg: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen, en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken, 27. want het hart van dit volk is vet geworden en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. 28. Laat het u dan bekend zijn dat de zaligheid van God aan de heidenen gezonden is, en die zullen luisteren.
De tijd van genade
Toen brak er een nieuwe tijd aan, de tijd waarin de genade van God voor het grijpen ligt. Een tijd waarin God zich niet openlijk meer manifesteerde aan een volk of de wereld zelf, maar in het verborgen een volk uit alle volkeren van de aarde verzameld door individueel mensen tot Hem te laten naderen door het volbrachte Offer van Jezus Christus die de blokkade tussen God en de mens weg nam.
En zoals het oordeel voor ieder mens anders is, gebaseerd op de tijd waarin hij of zij leeft en in hoeverre God openbaar is in letterlijke zin, of met kennis, zo is onze tijd van genade groot omdat God zich verbergt. Maar het oordeel van het bewust afwijzen van de genade, als je het goede nieuws aangereikt krijgt, is ook groot. Daarom zal ook deze tijd weer eindigen met meerdere oordelen om zo de mensen ook dan weer keer kans op kans te geven zich te bekeren. Dus wederom geen oordeel omdat God zo graag oordeelt, maar eigenlijk een vorm van uitstel en genade om de mens de kans te geven. Als een herder die soms een pijnlijk steentje moet gooien tegen een schaap dat afdwaalt, of als een herder die de hond erop afstuurt om de schapen te corrigeren. Zo gebruikt ook God de satan soms om de dwalende schapen op te jagen naar de plaats waar ze moeten zijn.
Als God zich openlijk openbaart aan iemand, of straks komt met zichtbare waarschuwingen door oordeel, en iemand kiest vervolgens nog steeds tegen God, dan is het oordeel over diegene groter geworden dan voordat God zich openbaarde. God is er niet op uit om het oordeel over de mensen die Hem niet willen onnodig veel zwaarder te maken dan ze al zullen ondervinden. Hij zoekt degene die Hem werkelijk zoeken en God niet wantrouwen, en God laat hen Christus vinden en onderwijst henzelf. Hij houd zich zo lang mogelijk achter de schermen en werkt in verborgenheid totdat de zonden en wetteloosheid weer een climax heeft bereikt en Hij openbaar moet komen.
Johannes 6:44 (HSV) Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. 45. Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God onderwezen zijn. Ieder dan die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij. 46. Niet dat iemand de Vader gezien heeft, behalve Hij Die van God is; Híj heeft de Vader gezien. 47. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven.
Ook deze tijd van de genade zal dus uiteindelijk tot een einde komen, want alles loopt nu langzaam weer naar een climax van zonden. De genade van God wordt namelijk misbruikt door de mensen. Een tijd die we gekregen hebben van God uit liefde en genade wordt gebruikt om steeds weer een stapje dichterbij de grens te komen met onze zonden. Het slechte van de mens wordt steeds meer openbaar en zij moedigen elkaar er met trots op aan om hieraan mee te doen en paraderen zo openlijk door de straten. Zo komt de wetteloosheid steeds meer openbaar zodat ook de satan openbaar kan gaan worden.
En ja, in die tijd lijken we nu dan toch echt te leven. Ik laat het nieuws zelf bewust vaak maar uit omdat de leugen en de wetteloosheid zowat niet te verdragen meer is. Het zal weer zijn als in de tijd van Noach zegt een profetie, en daar lijkt het toch echt op. Het dwaze word steeds dwazer en het zwarte steeds zwarter.
Maar ook de satan weet dat die tijd aanstaande is, maar hij weet niet de dag en het moment. Het enige wat hij weet is dat zodra hij uit de hemelen geworpen wordt op de aarde, hij nog maar een kort moment heeft. (Openbaring 12:7-12) Om die reden bereid hij alvast zijn rijk voor (helaas voor hem met waardeloze digitale, menselijke pruts oplossingen). En ook hij kent Gods Woord, profetie en manier van werken. Want als God straks Zijn duizendjarige vrederijk met Jezus als Vredevorst zal oprichten door eerst met oordeel te komen… zo zal de satan ook dat imiteren door zijn rijk te stichten door eerst met oordelen te komen. En zoals Jezus als Messias straks zal regeren duizend jaar vanuit Jeruzalem, zo zal satan dat imiteren en zitten in de tempel te Jeruzalem en doen alsof Hij de messias is. Zo laat de mens zich misbruiken en worden misschien de oordelen van de eindtijd wel een zelfvervullende profetie die eerder start (in angst) dan God’s daadwerkelijke eindtijd oordelen.
Want satan kan niet echt de plagen laten komen die God zal laten komen bij de aanvang van Zijn rijk. De satan zal de mensen wijsmaken dat zij bang moeten zijn voor natuurrampen, ziekten, oorlogen en het bulderen van de zee (stijgen van de zeespiegel) en zo zijn zij al gevangen in de angst nog voordat de echte oordelen van de komst van Christus daadwerkelijk komen. (Luk 21:25-26) En door alles maar te blijven te herhalen zal de mens geloven dat de wereld nu al ten onder gaat aan oordeel, maar dat oordeel bedenkt en roept men zelf over zich uit.
Want als je maar lang genoeg roept tegen de mensen dat het heel slecht gaat met de natuur en er een ernstige dreiging van oorlog, water en voedsel tekorten en ziekten is, dan zullen ze het vanzelf gaan geloven dat het zo is. En als je mensen van iets heb wijsgemaakt wat niet werkelijk bestaat, kun je ze ook gemakkelijk (als een soort messias) iets aanbieden als oplossing waarna het probleem (wat er niet echt was) ineens weer weg lijkt.
Zo zal satan uit de hemel geworpen worden (Openbaring 12:7-12) en doen alsof hij vrijwillig als Christus (messias) nedergedaald is om de problemen (oordelen) op te lossen met wonderen en tekenen terwijl hij die problemen nu juist aan het opzetten is.
Laten we ons dus vooral waakzaam zijn en letten op wat van God is en wat van de wereld (de satan) is. Verkondigen wij een God die met oordeel komt of een God die met De Genade is gekomen? Laten we het verschil opmerken in de profetieën van God die uitkomen en de zelf vervullende profetieën van de mensen en de satan. Het verschil zit hem denk ik in het feit of het je rust geeft of onrust. Angst of vreugde.
Markus 13:3 (HSV) En toen Hij op de Olijfberg zat, tegenover de tempel, vroegen Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas Hem toen zij alleen waren: 4. Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken wanneer al deze dingen in vervulling zullen gaan? 5. En Jezus antwoordde hun en begon te zeggen: Pas op dat niemand u misleidt. 6. Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden. 7. En wanneer u hoort van oorlogen en geruchten van oorlogen, word dan niet verschrikt, want dit moet gebeuren, maar het is nog niet het einde. 8. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen en er zullen hongersnoden zijn en onlusten. Deze dingen zijn het begin van de weeën. 9. Past u op uzelf; want ze zullen u overleveren aan raadsvergaderingen, en in de synagogen zult u geslagen worden; en u zult voor stadhouders en koningen geplaatst worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen. 10. En het Evangelie moet eerst gepredikt worden aan alle volken. 14. Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, zult zien staan waar het niet behoort (de satan die openbaar plaatsneemt in de tempel van Jeruzalem)– laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. (de Joden zullen dan moeten vluchten omdat God ze niet in het land had gebracht maar ze het op eigen kracht hadden gedaan.) 19. Want die dagen zullen dagen van zo’n verdrukking zijn als er niet geweest is vanaf het begin van de schepping, die God geschapen heeft, tot nu toe, en er ook nooit meer zijn zal. 20. En als de Heere die dagen niet ingekort had, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij die dagen ingekort. 21. En als dan iemand tegen u zal zeggen: Zie, hier is de Christus; of zie, Hij is daar; geloof het niet. 22. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen tekenen en wonderen doen om – als het mogelijk zou zijn – ook de uitverkorenen te misleiden. 23. Maar past u op; zie, Ik heb u alles van tevoren gezegd! 24. Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven. 25. En de sterren van de hemel zullen daaruit vallen en de krachten in de hemelen zullen heftig bewogen worden. 26. En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken (de komst van Jezus op de olijfberg, openbaar voor de hele wereld na de zeven jaar van verdrukking), met grote kracht en heerlijkheid. 27. En dan zal Hij Zijn engelen (de gelovigen uit de gemeente die al waren opgenomen) uitzenden en Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het uiterste van de aarde tot het uiterste van de hemel.(het goede nieuws van het evangelie aan iedereen op de hele aarde bekend) 28. En leer van de vijgenboom (Israël) deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. 29. Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien gebeuren, weet dan dat het nabij is, voor de deur. 30. Voorwaar, Ik zeg u dat dit geslacht (wat op dat moment zal zijn, dus in korte tijd gebeurd dan dat alles) zeker niet voorbij zal gaan totdat al deze dingen gebeurd zijn. 31. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. (er komt een nieuwe hemel en nieuwe aarde) 32. Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader. 33. Let op: waak en bid, want u weet niet wanneer het de tijd is. 34. Het zal zijn als bij iemand die naar het buitenland ging: hij verliet zijn huis, gaf zijn dienaren volmacht, en gaf aan ieder zijn werk, en gebood de deurwachter waakzaam te zijn. 35. Wees dus waakzaam! Want u weet niet wanneer de heer des huizes komt, ’s avonds laat of te middernacht of met het hanengekraai of ’s morgens vroeg, 36. opdat hij u niet, als hij plotseling komt, slapend aantreft. 37. En wat Ik tegen u zeg, zeg Ik tegen allen: Wees waakzaam!
2 Thessalonicenzen 2:1 (HSV) En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem (waarschijnlijk wordt hier de opname bedoeld), 2. dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. 3. Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, 4. de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. 5. Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was? 6. En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. 7. Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij (de zoon van wetteloosheid) uit het midden zal oprijzen/groot worden.(de kleine hoorn, Dan 7:8) 8. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond (Het Woord, Jezus Christus) en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; 9. hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, 10. en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. 11. En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven, 12. opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
De tijd van de duizend jaar
Maar na de eindtijd en haar oordelen waar wij nu tegenaan lopen zal er straks een duizendjarig vrederijk volgen. Een wereldrijk waarin Jezus Christus als vredevorst regeert met Zijn gemeente en Zijn volk Israël vanuit Jeruzalem over de gehele wereld. Maar aan het einde van deze duizend jaar volgt een moment (een eindtijd met nu al profetieën daarover) waarop satan nog eenmaal wordt losgelaten en komt er een grote oorlog waarin toch helaas weer veel mensen kiezen tegen God. Op dat moment in die eindtijd is er geen genade tijd meer, want ze hebben zelf Christus als vredevorst zichtbaar meegemaakt en duidelijk en bewust gekozen tegen God en Zijn genade. Daarna komt direct de overwinning over de satan en hen die hem volgen en het oordeel voor de grote witte troon over iedereen.
Openbaring 20:1 (HSV) En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. 2. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, 3. en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten. 4. En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. 5. Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding. 6. Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
Openbaring 20:7 (HSV) En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. 8. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. 9. En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. 10. En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid. 11. En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. 12. En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. 13. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. 14. En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.
Tijd van de nieuwe hemelen en aarde
Na het oordeel voor de grote witte troon komt er een nieuwe tijd, een tijd op een hele nieuwe aarde met nieuwe hemelen. Een schepping waar satan nooit deel van is geweest en zal zijn. De satan en alle mensen die God niet liefhebben en Zijn genade keer op keer hebben geweigerd worden uitgewist in een onblusbaar vuur totdat zij uiteindelijk niet meer bestaan.
Maar deze nieuwe hemelen en aarde bestaat uit een situatie waarin er een stad is (het hemelse Jeruzalem dan nederdaald vanaf God) waarin de mensen van het boek van het lam wonen en in en uitgaan. Maar daarbuiten zijn mensen uit het boek des levens waarvan genoemd word dat ze nog zalig moeten worden. En als God met als einddoel alles weer tot eenheid wil brengen met Hem en in Hem, dan zal die nieuwe schepping uiteindelijk ook een einde kennen. Want aan het einde van die nieuwe hemel en aarde (tijd daarvan is onbekend) zal alles onderworpen zijn aan Christus en zal Christus alles onderwerpen aan de Vader zodat alles weer eenheid is in God. Dan is er geen dood meer want dan is er niemand meer die niet verbonden is met God. Want zij die tegen God kozen zijn uitgewist en zij die wel levend waren maar hun zonden nog niet hadden afgelegd zullen de eenheid leren in Christus in die nieuwe hemel en aarde. En als dat gedaan is zal die nieuwe schepping ook zijn functie hebben vervult en gaat alles over via Christus in God en is er geen dood meer (scheiding tussen God en de mens).
Openbaring 21:1 (HSV) En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. 2. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 3. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent (geeft de tijdelijke vorm van deze situatie aan) van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. 4. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. 5. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar. 6. En Hij zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens. 7. Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. 8. Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood. (permanent, en voor altijd dood) 24. En de naties die zalig worden (zij die buiten de stad zijn en de gehoorzaamheid aan Christus zullen leren), zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. 25. En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. 26. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen. 27. Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.
1 Korinthe 15:20 (HSV) Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. 21. Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. 22. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 23. Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn (Zijn gemeente), bij Zijn komst. 24. Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. 25. Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. 26. De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood. 27. Immers, alle dingen heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen. Wanneer Hij echter zegt dat aan Hem alle dingen onderworpen zijn, is het duidelijk dat Hij Die Zelf alles aan Hem onderworpen heeft, hiervan is uitgezonderd. 28. En wanneer alle dingen aan Hem (Jezus Christus) onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.
Er valt over deze dingen natuurlijk nog enorm veel te vertellen, het is eigenlijk ondanks de lengte van dit artikel allemaal maar in een notendop vertelt. En eigenlijk weten wij ook veel dingen nog helemaal niet of we kunnen ze amper bevatten in dit aardse bestaan omdat het ver boven onze pet gaat. En sommige zaken van wat gaat komen denk ik nu te snappen, maar zullen straks misschien toch heel anders verlopen.
Maar naar mate de tijd vorderen zal, zal God ons meer openbaren. Mocht je vragen hebben dan mag je ze altijd deponeren in het vragen formulier, misschien dan ik een antwoord heb, misschien ook niet. Lees vooral de bijbel na en vraag God om te openbaren met Zijn Geest wat voor jou in jou wandel met Hem nu van toepassing is te weten en te leren. En laat je niet bang maken in deze wereld van onrust want God is vol genade en geeft ons de ware rust.