In Mattheüs vraagt Jezus aan zijn discipelen wie zij denken wie Hij is, Petrus antwoord “De Christus, de Zoon van de levende God”.

Matteüs 16:13 (HSV) Toen Jezus gekomen was in het gebied van Caesarea Filippi, vroeg Hij aan Zijn discipelen: Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben? 14 Zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen: Jeremia of een van de profeten. 15 Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? 16 Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. 17 En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.

Een prachtig antwoord van Petrus wat niet uit zijn eigen kennis (kracht) openbaar kwam, maar het was aan Petrus geopenbaard door de Vader in de hemelen zelf. Na dit mooie hoogtepunt in Petrus zijn wandel met Jezus komt een tijdje later ineens iets heel vreemds aan bod. Jezus verteld zijn discipelen namelijk over het lijden dat voor Hem gaat komen. Maar Petrus neemt Jezus apart en bestrafte Jezus om deze woorden. Vervolgens gebeurd het dat Jezus, Petrus bestraft met de woorden. “Ga weg achter Mij, satan, want u bedenkt niet de dingen van God maar die van de mensen”.

Marcus 8:31 (HSV) En Hij begon hun te onderwijzen dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en over priesters en Schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen opstaan. 32 En dit woord sprak Hij vrijuit. En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen, 33 maar Hij keerde Zich om en terwijl Hij Zijn discipelen aankeek, bestrafte Hij Petrus en zei: Ga weg achter Mij, satan, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.

Hoe kan het nou zo zijn dat Petrus na de prachtige openbaring die hij van God kreeg over de Zoon dat hij even later namens de satan spreekt? Dit lijkt in eerste instantie te maken te hebben met het verschil tussen onze oude en nieuwe mens. De nieuwe mens, nieuwe schepping, is geen deel van de oude schepping waar satan aanwezig is. De nieuwe mens is Geestelijk en vrij van zonden en bevindt zich als het ware in een nieuwe/andere dimensie.

Maar ondanks het hebben van de nieuwe mens in Geest, wandelen wij nog steeds in vlees. We hebben deze schat in een aarden (stoffelijk) vat. (2 korinthe 4:7) De satan kan niet bij onze nieuwe schepping komen, en probeert daarom openingen te vinden in onze oude mens, het aarden vat om via die weg toch invloed te krijgen op ons.

Maar hoe vind hij een open deur? En hoe voorkomen wij dat er een deur bij ons open staat? Een zeker antwoord kan ik niet geven op iedere situatie, daarvoor ben ik tekort hier op aarde, maar ik kan wel mijn visie hierop delen, misschien zet dit ook jou aan het denken.

Het zit hem soms in hele duidelijke zaken waarmee dat wij een deur open zetten, maar grotendeels van de tijd in hele sluwe dingen, dingen die God ons met Zijn licht ons stuk voor stuk wil openbaren zodat wij ze kunnen sluiten en afleggen.
De deur openzetten kan door onze gerichtheid op bepaalde aardse zaken. Dingen waar we naar verlangen, of juist dingen waarop wij ons vertrouwen stellen buiten God. 
Als wij ons op geestelijke dingen richten, kan satan daar niets mee. Hij zal vervolgens zoeken naar iets waar wij nog aards in zijn, en God laat dit toe want ook satan is slechts een instrument van God om ons in onze tijd in het vlees dingen te leren en af te leren. Als wij op onze zwakheden die ons van God afhouden worden aangevallen kunnen we bewust worden dat zij er zijn.

Exact zoals het volk Israël 40 jaar in de woestijn moest leren vertrouwen op God en de verlangens naar de vleespotten en afgoden van Egypte af te leggen. 
We zien dit ook terug bij Jezus die net zo als dat wij beproefd zou worden, en 40 dagen de woestijn in trok. Daar in de woestijn rammelde satan aan ieder deurtje bij Jezus om te kijken welke er open ging. Hij verzocht Hem met de verlangens van het vlees in de vorm van voedsel, ook probeerde hij Hem te verleiden om God te verzoeken (op de proef te stellen). Ook probeerde hij of Jezus voor rijkdom en macht zou knielen voor hem als een soort afgod.
Maar in dit alles was Jezus oprecht en gericht op God de Vader.

Als we terug gaan naar Petrus dan zien we dat ergens hij een opening gaf voor satan om het werk van God tegen te werken. Uiteraard zonder succes want het werk van Jezus werd voltooid en met Petrus als apostel kwam het gelukkig ook goed. Petrus was niet afgeschreven omdat hij kort door satan werd gebruikt om Gods plannen te dwarsbomen.
Petrus zocht dingen voor het vlees, dat wat prettig was voor de mensen. Wellicht een Messias hier op aarde die de Joden zou bevrijden van de Romeinen? En waar hij misschien een hoge functie zou bekleden? Het staat nergens specifiek genoemd omdat dit een zaak is tussen Petrus en God zelf. 

Een andere discipel stond ook open voor verkeerde invloed, waarschijnlijk was dit de lust voor geld. Deze discipel beheerde ook de kas van het gezelschap rondom Jezus. Het was Judas die hierdoor gebruikt kon worden door satan. 
Hij had misschien ook verwacht om naast een nieuwe koning van Israël in een hoge functie met rijkdom te zitten. Maar Jezus sprak steeds van een ander plan en Judas kiest eieren voor zijn geld, of beter gezegd, 30 zilverlingen voor zijn Messias.
Hiermee stond er een deur open waarmee satan Judas gebruikte om Jezus te verraden.

Johannes 13:21 (HSV) Toen Jezus deze dingen gezegd had, raakte Zijn geest in beroering, en Hij getuigde en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u dat een van u Mij zal verraden. 26 Jezus antwoordde: Die is het aan wie Ik het stuk brood zal geven, nadat Ik het ingedoopt heb. En toen Hij het stuk brood ingedoopt had, gaf Hij het aan Judas Iskariot, de zoon van Simon. 27 En met het nemen van het stuk brood voer de satan in hem. Jezus dan zei tegen hem (satan?): Wat u wilt doen, doe het snel. 28 En niemand van hen die aanlagen, begreep met welke bedoeling Hij dat tegen hem zei. 29 Want sommigen dachten, omdat Judas de beurs beheerde, dat Jezus tegen hem zei: Koop wat wij nodig hebben voor het feest, of dat hij iets aan de armen moest geven. 30 Toen hij dan het stuk brood genomen had, ging hij meteen naar buiten. En het was nacht.

Nadat Judas Jezus had verraden kreeg hij spijt en gooide het geld terug de tempel in, en hij verhing zich. Zo zien we dat ook dit, ondanks het dramatische verhaal alles toch ten goede werd gebruikt door God, want het offer en verraad van Jezus moest nou eenmaal plaats vinden voor de zonden van de gehele wereld, ook voor die van Judas. 

Er komt in het nieuwe Testament nog een voorbeeld voor over de drang naar geld wat een open deur geeft aan satan, toevallig is ook hier weer Petrus betrokken, maar nu is hij niet degene die zijn hart liet leiden door satan;

Handelingen 5:1 (HSV) En een zekere man, van wie de naam Ananias was, verkocht samen met zijn vrouw Saffira een eigendom, 2 en hield een deel van de opbrengst achter, ook met medeweten van zijn vrouw, en hij bracht een bepaald gedeelte en legde dat aan de voeten van de apostelen. 3 En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? 4 Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God. 5 Toen Ananias deze woorden hoorde, viel hij neer en gaf de geest. En er ontstond grote vrees bij allen die dit hoorden. 6 En de jonge mannen stonden op, legden hem af, droegen hem naar buiten en begroeven hem. 7 En het gebeurde na verloop van ongeveer drie uur dat ook zijn vrouw daar binnenkwam, zonder te weten wat er gebeurd was. 8 En Petrus antwoordde haar: Zeg mij, hebt u beiden het land voor zoveel verkocht? En zij zei: Ja, voor zoveel. 9 Petrus zei tegen haar: Waarom toch hebt u met elkaar afgesproken de Geest van de Heere te verzoeken? Zie, de voeten van hen die uw man begraven hebben, zijn voor de deur en zullen u ook uitdragen. 10 En zij viel onmiddellijk voor zijn voeten neer en gaf de geest. En toen de jongemannen binnengekomen waren, troffen zij haar dood aan, en zij droegen haar naar buiten en begroeven haar bij haar man. 11 En er kwam grote vrees over heel de gemeente en over allen die dit hoorden.

We zien hier eigenlijk in het verhaal van Ananias en Saffira twee deurtjes die open werden gezet voor de satan, namelijk de geldzucht waardoor zij niet het gehele bedrag wilde doneren, maar vooral die van aanzien. Zij wilden aanzien verwerven door te doen alsnog zij de gehele opbrengst van het land hadden gedoneerd terwijl zij uit geldlust een deel achter hielden. Hierdoor kon satan naar binnen en hun hart vervullen, en toen kwam de leugen eruit voort.
Wat is het goede in dit verhaal? Misschien het feit dat wij en de gehele gemeente een voorbeeld kreeg. Hoe is het nu met deze twee? Dat gaat alleen onze Vader in de Hemel aan.

Bekeer je dus van de duisternis naar het licht, laat God Zijn licht schijnen over onze motieven en verlangens opdat ze oprecht mogen zijn en geen opening voor de boze. Laat God je afgoden en verkeerde verlangens aan het licht brengen, soms ben je misschien niet eens bewust van bepaalde afgoden en open deurtjes.

God wil je helpen ze stuk voor stuk aan het licht te brengen en je helpen ermee af te rekenen.

Handelingen 26:15 (HSV) En ik (Saulus) zei: Wie bent U, Heere? En Hij zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. 16 Maar richt u op en sta op uw voeten, want hiertoe ben Ik aan u verschenen: om u aan te stellen als dienaar en getuige zowel van de dingen die u gezien hebt als van die waarin Ik nog aan u verschijnen zal; 17 en Ik zal u verlossen van dit volk en van de heidenen, naar wie Ik u nu zend, 18 om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van de zonden ontvangen en een erfdeel onder de geheiligden door het geloof in Mij.

Zo zien we dus dat satan op zich geen macht heeft over ons dan dat wat God toe laat om onze relatie met Hem te versterken (zie Job) en de macht die wij hem geven door deurtjes open te laten staan voor aardse zaken. Gaat het dan toch fout doordat wij een deurtje open hadden staan? Dan is God genadig en gebruikt Hij het om ons te leren die deur te sluiten. Want als een inbreker heeft ingebroken weet je pas de zwakke punten waar hij naar binnen kon.

Zo zal satan straks in de eindtijd ook een korte tijd met veel macht regeren op aarde in de eindtijd, maar niet uit eigen kracht of macht, maar uit de macht die mensen hem geven doordat zij zoeken naar rijkdom, zekerheden en gezondheid buiten God om. Zij laten zich misleiden.

Daniël 8:23 (HSV) Aan het einde van hun koningschap, wanneer de afvalligen de maat hebben volgemaakt, zal er een meedogenloze koning opstaan, bedreven in slinkse streken. 24 Zijn kracht zal groot worden, maar niet door eigen kracht. Op wonderlijke wijze zal hij verderf aanrichten, het zal hem gelukken, hij zal het doen. Machtigen zal hij te gronde richten, ook het heilige volk.

Maar let ook op dat soms anderen jou wat kunnen aandoen doordat zij hun verlangens op aardse zaken hebben gesteld, of een afgod dienen en jou als gevaar daarin zien. Zij willen die zaken misschien graag behouden, en zijn daardoor misschien een instrument geworden van de satan. Zij kunnen soms het Licht dat God in jou laat schijnen niet verdragen waardoor hun reactie naar jou heftig en onverwachts kan zijn. Misschien is in zo’n geval het het beste maar medelijden te hebben met die persoon, want wij hebben dan niet te maken met een strijd tegen die mens persoonlijk maar tegen de satan die grip op hem heeft.
Vergeef de mens zelf en verzet je zo tegen de duivel. Laat je niet van de wijs brengen en aanzetten tot haat en misschien daarmee weer een open deur bij jou.

Wat kun je nog meer doen volgens de Bijbel? Lees daarvoor vooral Efeziërs 6 eens door. Daar gaat het over de wapenrusting van God die je kunt dragen. Vraag vervolgens God om deze uitrusting en het doorgronden daarvan. Want op eigen kracht en in eigen inzicht kun je het niet redden.

Efeziërs 6:11 (HSV) Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. 13 Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.

Sluit dus de deuren voor de satan en zet een raam open voor God ;-). Dan zul je net als Noach met gesloten deur en een open venster veilig zijn voor de stormen in deze wereld in de ark, Jezus Christus. Je hoort de onrust van de wereld wel, je zult zelfs de golven voelen, maar in de ark ben je veilig en geborgen.