Gods wil doen…
Matteüs 21:28 (HSV) Maar wat denkt u? Iemand had twee zonen, en hij ging naar de eerste en zei: Zoon, ga vandaag in mijn wijngaard werken. 29 Maar hij antwoordde en zei: Ik wil niet. Later kreeg hij berouw en ging erheen. 30 En hij ging naar de tweede en zei hetzelfde, en deze antwoordde en zei: Ik ga, heer! Maar hij ging niet. 31 Wie van deze twee heeft de wil van de vader gedaan? Zij zeiden tegen Hem: De eerste. Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat de tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk van God.
Jezus spreekt hier een mooie gelijkenis uit over het wil doen van de Vader. De wijngaard waar over gesproken wordt kun je naar mijn idee zien als deze wereld. Willen wij niet allemaal graag de wil doen van God? Maar de wil doen van de Vader zit hem niet in de juiste woorden, of het zeggen dat je Zijn wil doet, het zit hem in iets anders wat Jezus hier in Mattheüs 21 mooi uiteen zet.
Er zijn veel mensen die zeggen dat zij de wil van God te doen en dat hangen aan datgene dat zij doen of laten. Soms worden die zaken die zij doen of juist laten als de wil van God vastgelegd en vervolgens ook anderen opgelegd zodat ook die anderen Gods wil kunnen/moeten doen.
Dit beperkt zich niet tot alleen christenen, maar ook tot Joden, moslims en andere geloven. Allen zeggen de wil van God te weten of te doen en leggen die volgens statuten en uiteenzettingen elkaar op, en controleren elkaar bij die regelgeving. Dit is wat de meeste religie als basis hebben.
Maar wanneer doe je nou echt de wil van God? Uit de gelijkenis van Jezus wordt het duidelijk dat de mensen in het voorbeeld die zeggen gehoorzaam te zijn aan de vader het vervolgens niet doen. Uiterlijk vertoon of spreken zegt dus niets over of iemand de wil van de vader doet. Het kan wel zo zijn, maar net zo goed ook niet.
De eerste zoon deed wel de wil van de vader. In eerste instantie wilden hij dat niet doen en sprak dat ook eerlijk uit, maar toen kreeg hij berouw en ging toch en deed daarmee uiteindelijk toch de wil van de Vader.
Hij sprak dus niet de juiste woorden, maar deed uiteindelijk wel wat goed was door berouw te hebben en alsnog naar de akker te gaan.
Daarna zegt Jezus tegen de oudsten en over priesters van het volk dat de hoeren en de tollenaren hen voorgaan in het koninkrijk van God. De hoeren en de tollenaars doen blijkbaar de wil van de Vader, lijnrecht op wat wij op uiterlijke kenmerken en gedrag zouden bevinden. Als wij de wet ernaast zouden leggen zouden wij juist deze groep afstrepen, maar Jezus ziet wat anders.
Als we naar het uiterlijke vertoon kijken van de oudsten en over priesters en bijvoorbeeld hun kennis van de geschriften, dan zouden wij snel geneigd zijn te zeggen dat zij vast wel de wil van de Vader weten en dus ook vast wel doen. Veel mensen deden dat dan ook in die tijd. Ze waren als blinden die geleid werden door andere blinden. Ze deden het werk van hun vader, en het leek heel vroom en juist, maar het bleken niet de werken van de Hemelse Vader te zijn;
Johannes 8:41 (HSV) U doet de werken van uw vader. Zij zeiden dan tegen Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben één Vader, namelijk God. 42 Jezus dan zei tegen hen: Als God uw Vader was, zou u Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan en gekomen. Want Ik ben ook niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. 43 Waarom begrijpt u niet wat Ik zeg? Omdat u Mijn woord niet kunt horen. 44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.
Matteüs 15:12 (HSV) Toen kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Weet U wel dat toen de Farizeeën dit woord hoorden, zij er aanstoot aan namen? 13 Maar Hij antwoordde en zei: Elke plant die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgetrokken worden. 14 Laat hen gaan; het zijn blinde geleiders van blinden. Als nu een blinde een blinde geleidt, zullen zij beiden in een kuil vallen.
Jezus spreekt in Johannes 8 harde woorden tegen de Joden en de Farizeeën. Hij noemt ze zelfs kinderen van de duivel. Maar waarom noemt hij hier de duivel een mensenmoordenaar, en daarmee ook het werk van de farizeeën en over priesters? En waarom noemt hij de werken die zij doen de begeerte van de duivel?
Hiervoor moeten wij begrijpen wat het vermoorden van iemand betekend. De dood is namelijk “geen communicatie meer” of “niet meer willen communiceren met iemand”. (zie Matt 5:21) Als iemand voor ons sterft dan is diegene er nog wel (in geest), maar wij kunnen niet meer communiceren met die persoon. Zo is door de zonden onze relatie met God ook verbroken en zijn wij als doden voor God. Er is geen levende relatie meer.
Maar door het verlossende werk van Jezus Christus mogen wij weer vrij tot God naderen en dus een levende relatie hebben met Hem. Wij zijn als mensen die zijn opgestaan uit de dood en weer leven. Want leven is een relatie hebben met de bron van het leven, namelijk God de Vader.
De Farizeeën, schriftgeleerden, oudsten en overpriesters waren zo druk met de wil doen van hun vader, die volgens Jezus de duivel is, dat zij allerlei zaken en regels en gewoontes de mensen oplegde waarmee mensen helemaal niet de wil van God deden, en dus ook niet hun relatie met God herstelde. Ze hielden mensen van God af in plaats van hen te verzoenen met God. De mensen bleven in die zin dus dood in de communicatie met God, precies zoals de duivel wil. Daarom zijn zij volgens Jezus mensen moordenaars, precies als hun vader de duivel die niets liever wil dan mensen bij God weg houden. Weg van de bron van het leven, als slaven van de dood.
Wat kunnen we dan leren van dit voorval? Naar mijn idee vooral dat als je Gods wil wil doen je het beste zelf de communicatie met God kan zoeken. Hij is het leven, en Zijn wil is een levende relatie met jou. Ga niet af op mensen die je het beste Gods wil kunnen voorleggen of opleggen. Ook niet als dat hier op deze site gebeurd. Het kan met de beste bedoelingen zijn als ik vertel wat God verlangt van jou, maar waarom zou je het risico lopen ernaast te zitten terwijl je zelf tot God mag naderen en Hem mag vragen om Zijn wil voor jou persoonlijk?
Lees zelf de bijbel, bekijk Gods prachtige schepping en zoek God keer op keer in gebed en je keuzes en je zult Hem vinden.
Ten tweede kunnen we ook van het voorbeeld van Jezus leren dat soms de mensen waarvan wij het niet verwachten, zoals in dit voorbeeld de hoeren en tollenaars, misschien juist de wil van God doen. Dit zorgt ervoor dat wij dus nooit kunnen oordelen over een ander, hoe slecht wij ook vinden dat zij leven of hebben gedaan.
Zo kan het dus wezen dat iemand met de juiste woorden en de bijbel, welke wij bestempelen als het juiste boek, toch, net als de Farizeeën, Schriftgeleerden, oudsten en over priesters, niet God wil doen en verkondigen.
En het kan dus wezen dat iemand zonder de bijbel en de juiste woorden misschien juist in zijn leven, handel en wandel exact doet wat God vraagt en in een levende relatie met God. Misschien vanuit de schepping? Misschien vanuit andere overtuigingen dat God bestaat en berouw heeft, zich bekeerd tot God en toegang vindt tot de genade die God bewerkt heeft in Jezus Christus. Wij kunnen die dingen niet waarnemen, het gaat om het hart en dat is wat God ziet. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, en Zijn genade rijkt verder dan wij zelf kunnen waarnemen.
Romeinen 11:33 (HSV) O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! 34. Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? 35. Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? 36. Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
Romeinen 2:14 (HSV) Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. 15 Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar.
Romeinen 1:18 (HSV) Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken, 19 omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard. 20 Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.
Als er mensen zijn die met het juiste boek (de geschriften van Mozes) en de juiste woorden en handel die vervolgens toch hun Messias, de Zoon van God kruisingen, dan is er ook een mogelijkheid dat zij die niet het juiste woorden en handelingen hebben misschien juist de Messias, de Zoon van God omarmen en toelaten in hun leven omdat hun hart juist is met God. Wat wij kunnen waarnemen bij anderen zegt dus niet per se iets over het hart van diegene, laat dat maar aan de Vader over en veroordeel niemand.
Marcus 7:6 (HSV) Maar Hij antwoordde hun: Terecht heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan. 7 Maar tevergeefs eren zij Mij door leringen te onderwijzen die geboden van mensen zijn.
Johannes 8:13 De Farizeeën dan zeiden tegen Hem: U getuigt van Uzelf, Uw getuigenis is niet waar. 14 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Hoewel Ik van Mijzelf getuig, is Mijn getuigenis waar, want Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik heen ga, maar u weet niet waar Ik vandaan kom en waar Ik heen ga. 15 U oordeelt naar het vlees, Ik oordeel niemand. 16 En als Ik al oordeel, Mijn oordeel is waar, want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft.