Kom laten wij Adam maken…
We kennen allemaal vast wel de uitspraak uit Genesis op het moment dat God de mens gaat schapen. “Laat ons mensen maken naar ons beeld en onze gelijkenis”. Maar er zit veel meer achter dit vers dan de schepping van Adam en Eva.
Gen 1:26 En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
Het eerste wat op gaat vallen als we de tekst in de oorspronkelijke grondtekst opzoeken (Hebreeuws) is dat het woord “mensen” er eigenlijk niet staat. Er staat namelijk letterlijk “Kom laat ons Adam maken”.
Het is misschien niet helemaal gek gedacht van de vertalers om er “mensen” in meervoud neer te zetten, want in vers 27 zegt God wederom “Adam” en geen “mens” of “mensen”, maar hij zegt daarbij “man en vrouw schiep hij hen” Dat is dus een meervoud en vandaar misschien de begrijpelijke woordkeuze voor “mensen”.
Gen 1:27 En God schiep Adam den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.
Toch, als we de tekst letterlijk nemen staat er dat God “Adam” wou maken. Niet zomaar een “Adam”, maar een naar Zijn beeld en gelijkenis. Maar ook al bij voorbaat wij Hij deze Adam mannelijk en vrouwelijk maken. Iets wat dus hoort bij het beeld naar Zijn gelijkenis.
Toen God Adam schiep was Eva al in hem aanwezig (zij werd gevormd uit een rip van Adam). Eva was van het vlees van Adam, zij waren als het ware één vlees. Dus was het eigenlijk helemaal niet nodig om Adam te vertalen met de meervoud van “mensen”.
Hierin zit nu dus een wezenlijk verschil dat onderdeel is van een geheimenis, dit wordt iets duidelijker als we Genesis 2:22 lezen;
Genesis 2:22 En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam. 23 Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen. 24 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.
Hier lezen we dat Adam erkend dat Eva bot is van zijn botten, en vlees is van zijn vlees. Maar wat hier aan toegevoegd word lijkt erg vreemd, namelijk “daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en aan zijn vrouw hechten en zij zullen tot één vlees zijn”.
Adam en Eva hadden geen vader en moeder, dus dit is niet op hen van toepassing. Zij waren één vlees, en pas later vormde God uit Adam een vrouw. Vanaf toen waren het er twee, maar toch bleven zijn in zekere zin een éénheid omdat de één uit de ander voortkwam.
Dit heeft allemaal te maken met het geheimenis waarvan in Efeziërs een stukje wordt geopenbaard;
Efeziërs 5:30 Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. 31 Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. 32 Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente. 33 Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Het geheim is dus hier eigenlijk al een beetje geopenbaard, het is namelijk met het oog op Christus en de gemeente. Wij worden namelijk opnieuw geboren, niet weer in vlees zoals Adam, maar in Geest zoals God. Jezus Christus is de ware Adam in Geest, waar uit Hem, Zijn geestelijke lichaam, een vrouw wordt geformeerd, die ook geestelijk is. Zo mogen wij (oude schepping, kinderen van de vleselijke Adam) opnieuw geboren in een nieuwe schepping (als vrouw van Jezus Christus in een geestelijk lichaam).
1 Korintiërs 15:44 Een natuurlijk lichaam (zaad van Adam) wordt gezaaid (in de oude schepping/aarde, onze moeder), een geestelijk lichaam wordt opgewekt.(in Christus )Er is een natuurlijk lichaam en er is een geestelijk lichaam. 45 Zo staat er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levend wezen (vlees en bloed), de laatste Adam tot een levendmakende Geest. 46 Het geestelijke is echter niet eerst, maar het natuurlijke en daarna komt het geestelijke. 47 De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens is de Heere uit de hemel.
Zo mogen wij dus onze vader en moeder verlaten en onze man aanhangen, oftewel Jezus Christus.
Wie zijn dan die vader en moeder? Dat is deze oude schepping. De vader is diegene die het leven (zaad) gaf. In ons geval het aardse zaad van onze aardse vader Adam. Wij zijn kinderen van Adam. En zoals zaad in de aarde gaat om daar te sterven en te groeien tot in de hemel, zo moet het zaad van Adam in deze wereld (de oude schepping) kinderen voort brengen. De schepping waarin wij zijn is vrouwelijk, als een moeder draagt zij ons totdat wij (opnieuw) geboren worden.
In deze schepping kennen wij net als een echt kind in zijn moeder, onze vader niet van aangezicht tot aangezicht. Wij kunnen wel Zijn stem horen als wij in de baarmoeder luisteren, net zoals wij Gods stem kunnen horen in deze schepping als wij ons daarop gaan richten.
Maar net zoals een kind in zijn moeder, bevat het kind niet de grootsheid van zijn moeder, hij ziet immers zijn moeder niet vanaf buiten (de werkelijkheid). Ons beeld van deze schepping is op dezelfde wijze beperkt. We zien niet de grootsheid van de schepping waarin wij zijn. Straks worden wij openbaar en verlaten wij onze moeder, de oude schepping, en onze vader (ons vleselijke lichaam, het zaad van Adam) om onze man aan te hangen. Niet zoals wij als zaad waren, maar als een nieuwe geestelijke schepping.
En net zoals een aardse moeder uit kijkt naar het openbaar (baren) van haar kind, zucht zij onder die last en is zij uit haar doen. Zo ook deze schepping waarin wij zijn.
Romeinen 8:18 Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. 19 Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God. 20 Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft, 21 in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. 22 Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. 23 En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam.
Zo zijn wij dus hier op aarde als vleselijke kinderen van een vleselijke Adam, geboren/gevormd uit een stoffelijke moeder/aarde.
Maar door geloof in Jezus Christus zijn wij verwekt als geestelijke kinderen die straks openbaar worden om als reine bruid aan Christus gehuwd te worden tot eenheid. En omdat God buiten tijd staat mogen wij als in Geest één zijn en samen met Jezus zeggen in geloof “Het is volbracht”.
Galaten 3:26 Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. 27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. 28 Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
2 Korintiërs 11:2 Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man om u als een reine maagd aan Christus voor te stellen.
En als wij in die geest Genesis 1:26 weer opnieuw lezen zien we nu wat God toen al echt op het oog had, namelijk de tweede Adam, Jezus Christus en iedereen die met Hem één Lichaam is.
Hij zou uit de eerste schepping, de eerste Adam voortkomen. Die eerste Adam was niet volledig naar Zijn beeld en gelijkenis, maar die tweede (Jezus Christus) wel, het was namelijk God zelf in vlees en geest.
En toen God de eerste Adam maakte sprak hij al met het oog op die tweede die uit de eerste zou voortkomen.
Gen 1:26 En God zeide: Laat Ons Adam (Jezus Christus, en Zijn lichaam, de vrouw, de Gemeente) maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis (Geest van Zijn Geest); en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
En op die wijze mogen wij met Hem regeren als nieuwe schepping, over de schepping. Wat de oude Adam niet kon, dan kan de nieuwe wel.
Openbaring 20:6 Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.