Uncategorized

Verdeel en heers

Misschien ken je de uitspraak “verdeel en heers”. Maar hoezo kun je heersen door te verdelen? 
Het is in zekere zin eigenlijk vrij eenvoudig, als je de mensen verdeel, kun je over ze heersen zonder dat ze gezamenlijk als één partij tegen je in opstand komen.

Een kleine groep is beter te beheersen dan een grote, en als je een grote groep heb kun je ze beter verdelen in kleinere groepen. En als mensen dat niet vanzelf doen kun je door o.a. propaganda de mensen tegen elkaar uitspelen en zo verdelen. Zo zijn ze drukker tegenover elkaar dan met jou als heerser die vervolgens de boel bespeelt als heerser.

Maar je kunt als heerser ook een verdeeldheid creëren door de mensen op te zetten tegen een voorgestelde vijand. Zo verbind je de mensen gezamenlijk tegen een vijand en is men daarmee druk en zien ze jou als heerser niet als hun vijand.
Als je dus een sterk koninkrijk hebt met een gezamenlijke vijand, dan zal men samen strijden tegen deze vijand, dan is verbinding tegen die vijand dus juist belangrijk, maar als die vijand dat sterke koninkrijk wil overwinnen zal hij dat koninkrijk moeten verdelen en intern tegen elkaar opzetten. 
Dit laatste is een principe dat we tegenkomen in een discussie tussen Jezus en de Schriftgeleerden.

Jezus wordt door de Schriftgeleerden verweten dat hij demonen uitdrijft door de aanvoerder van de demonen, namelijk beëlzebul.

Marcus 3:22 (HSV) En de schriftgeleerden die uit Jeruzalem gekomen waren, zeiden: Hij heeft Beëlzebul, en: Door de aanvoerder van de demonen drijft Hij de demonen uit. 23 En Hij riep hen bij Zich en zei tegen hen in gelijkenissen: Hoe kan de satan de satan uitdrijven? 24 En als een koninkrijk tegen zichzelf verdeeld is, kan dat koninkrijk niet standhouden. 25 En als een huis tegen zichzelf verdeeld is, kan dat huis niet standhouden. 26 En als de satan tegen zichzelf opstaat en verdeeld is, kan hij niet standhouden, maar is dat zijn einde.

Het antwoord van Jezus is hierop dat hij niet snapt hoe dat kan wezen, want hoe kan de satan de satan uitdrijven? Waarom zou hij dat doen en zo zijn eigen koninkrijk verdelen en kwetsbaar maken? De naam satan betekent tegenstander, en dat is juist waar Jezus een punt probeert te maken volgens mij. Want als de tegenstander de tegenstander uit zou werpen is er geen tegenstander meer tegenover hem, en is dus de tegenstander ook geen tegenstander meer.

Het hele idee van de tegenstander is verdeeldheid, en daar is hij goed in, maar ook de mens is daarin niet anders, de mens is eigenlijk ook constant een tegenstander want de mens kiest constant tussen goed en kwaad en zaait verdeeldheid. Eigenlijk is de satan niet meer dan een spiegel van wie wij vanbinnen ook zijn, een tegenstander van Gods plan en dat is eenheid. En als de satan de vijand is die ons als mensen hoort samen te brengen als eenheid in God, maar wij vervolgens ook tegenstander worden van God door in plaats van eenheid te zoeken verdeeldheid creëren, dan houdt de functie van satan geen stand, want hoe kan hij jou tegenstander zijn als jij net als hem verdeeldheid veroorzaakt? In wezen is hij niet je tegenstander zolang je precies doet wat hij ook al doet, en dat is verdelen op basis van goed en kwaad. Als jij gaat strijden met de wapens van de vijand, ben jij dan niet zelf de vijand geworden? Hoe kun jij, of jou huis en koninkrijk dan stand gaan houden?

Jezus zegt in Marcus 3 over de verdeeldheid dat daardoor een huis of koninkrijk niet stand kan houden. Dit is dus iets wat zeker waar is, want alles wat verdeeld is is een dualisme en God heeft als doel alles te brengen tot een éénheid in Hem en tot in eeuwigheid. Alles wat dualistisch is, en in dualisme wil blijven zal op een dag verdwijnen als God Zijn eenheid met alles bereikt, daarnaast kan er vanaf dat moment geen dualisme meer bestaan, en dus ook niet de mens die dualistisch verkiest want anders is er geen sprake van een totale éénheid in God.

Het dualisme op zichzelf zal nooit geen stand houden in de eeuwigheid, het houdt ooit op met bestaan zodra het zijn doel heeft vervult, en dat is de mens brengen tot de éénheid.

Een voorbeeld is in het begin van de bijbel de boom van goed en kwaad die tegenover de boom van het leven staat. De boom des levens is de éénheid en dus eeuwig leven met God, de boom van goed en kwaad is verdeeldheid en dualisme.
Aan het einde van de bijbel lezen we dat op de nieuwe schepping geen boom van goed en kwaad meer aanwezig is maar wel de boom des levens die staat aan beide kanten van de rivier die vanuit Jeruzalem loopt. Het is nog altijd één boom, maar het heeft beide kanten samengebracht, vandaar dat deze aan beide kanten tegelijk staat en zo het dualisme heeft opgegeven. In de stad is éénheid en dat stroomt via de rivier de stad uit als kennis en levend water om de mensen daarbuiten ook de éénheid te leren. Zo zullen de volkeren buiten de stad genezen worden van hun dualisme en de dood (gescheiden zijn van God in éénheid).

Openbaring 22:1 (HSV) En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. 2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken.

Maar wie heerst er over jou door verdeeldheid te zaaien, van welke boom eet jij? Let eens op in het dagelijks leven hoe snel wij meegezogen worden in het dualisme, waarna wij een kant kiezen, soms zelfs onbewust waardoor wij marionetten worden van de tegenstander die verdeeldheid in stand wil houden. We worden dan ineens zelf een tegenstander, want in dualisme is de éénheid waarop Gods Koninkrijk onfeilbaar zal zijn ver te zoeken. De hele mensheid laat zich voor de gek houden en maakt elkaar helemaal verbaal en non verbaal af.

Dan heb ik het over volk tegen volk, familie tegen familie, religie tegen religie etc. en zelfs het Christendom is hiervan niet uitgesloten, want ook daar zie je Christenen voor dit… Christenen tegen dat… met vaak veel conflicten, woede en verdriet ten gevolge.

Alles valt of staat met het meegaan in het dualisme, het kiezen van een kant. Welke kant je ook kiest met wat voor reden dan ook, je krijgt vanzelf de tegenstander op je nek, soms zelfs vol woede, haat en onbegrip. En wat kun je ook anders verwachten van dit alles, want als je eet van de boom van goed en kwaad krijg je te maken met de vruchten ervan. 

Kijken wij wel echt eerlijk en oprecht naar de mensen en wereld om ons heen? Laten wij ons misleiden om een tegenstander te worden van onze medemens die ook door God is geschapen en wordt geliefd? Proberen wij ergens ons te verplaatsen in de ander om zo uit te zoeken wat er in iemand gaande is waardoor diegene jou als voor of tegenstander wil meekrijgen? Als je je tegenstander laat praten kun je misschien wel eens achter de echte reden komen waaruit hun weerstand is ontstaan, en waarom zij graag willen dat je ook een kant kiest en meepraat of vecht. Soms kom je er misschien wel achter dat de ander ook gewoon een mens is en dat maakt weer één. Misschien kom je door te praten met je tegenstander er wel achter dat het een medemens is en dus helemaal geen tegenstander?

Vaak is het misschien beter geen kant te kiezen maar komen met liefde. Beantwoord geen haat met haat, probeer geen kant te kiezen, want de wereld wil je zo graag een kant induwen. Als je dan een kant moet kiezen, kies dan de kant van God die éénheid nastreeft. Het maakt de satan echt niet uit aan welke kant je staat, als je maar een kant kiest zodat hij verdeeldheid kan houden om zo het koninkrijk te destabiliseren. 

Matteüs 5:38 (HSV) U hebt gehoord dat er gezegd is: Oog voor oog en tand voor tand. 39 Ik zeg u echter dat u geen weerstand moet bieden aan de boze; maar wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe; 40 en als iemand u voor het gerecht wil dagen en uw onderkleding nemen, geef hem dan ook het bovenkleed; 41 en wie u zal dwingen één mijl te gaan, ga er twee met hem. 42 Geef aan hem die iets van u vraagt, en keer u niet af van hem die van u lenen wil. 43 U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten. 44 Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; 45 zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46 Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? 47 En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo? 48 Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.

Als je iedereen groet, behandel en probeert te begrijpen alsof zij een broeder of zuster van jou zijn, wie is dan nog langer je tegenstander?
Gelukkig mogen wij door Gods liefde en genade leren elkaar te vergeven en mogen we zo in Geest weer één worden met elkaar. Dan mogen we leren te kijken naar onszelf in plaats van een mening te vormen over een ander mens of andere groep en onze ware zelf daarin te verbergen. Dan worden we een nieuwe schepping, eentje waar de tegenstander geen deel meer van is.
Ben ik al volmaakt in deze weg en dit gedrag? Helaas niet, daarom hoop ik dat anderen mij ook niet als tegenstander zien als ik weer eens zo snugger ben een verdeelde houding te nemen of conclusie te trekken in een situatie.

Misschien zijn wij allemaal al één geworden in het kwade zodat wij nu ook één kunnen worden in het goede? Alleen God kan iets slecht tot iets goeds maken, tweeheid tot eenheid, zolang wij maar niet gaan zitten op de rechterstoel van God als rechter over goed en kwaad. Zo kan net als bij Jozef en zijn broers die samen één volk (Gods Volk) moesten zijn maar zich verdeelde iets kwaads worden veranderd tot de redding van een groot volk aan mensen;

Genesis 50:19 (HSV) Jozef zei daarop tegen hen: Wees niet bevreesd, want sta ik soms op de plaats van God? Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.

Dan is de angel uit de dood, want in de éénheid met God is een geen scheiding meer en dus geen oordeel en geen dood. Geen miscommunicatie meer maar communicatie. Geen eigen belang en groepsbelang maar Godsbelang.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *