Oog om oog, tand om tand…
We kennen allemaal wel de uitspraak “oog om oog, tand om tand”.
Deze uitspraak staat meerdere malen in de Bijbel, maar wat kunnen we daar nou mee in het licht van de Genade waaruit wij leven mogen? Het klinkt zo hard en genadeloos.
Deuteronomium (HSV) 19:17 dan moeten de twee mannen die dit geschil hebben, voor het aangezicht van de HEERE gaan staan, voor de ogen van de priesters en de rechters die er in die dagen zijn, 18 en de rechters moeten de zaak goed onderzoeken. En zie, is de getuige een valse getuige, heeft hij vals getuigd tegen zijn broeder, 19 dan moet u met hem doen zoals hij met zijn broeder dacht te doen. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen. 20 Laten zij die overgebleven zijn, het horen en bevreesd zijn en een dergelijke wandaad niet meer in uw midden verrichten. 21 Laat uw oog hem niet ontzien: leven voor leven, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet.
Deze uitspraak in Deuteronomium lijkt lijnrecht op de genade in het Nieuwe Testament te staan;
Lucas 6:27 (HSV) Maar Ik zeg tegen u die dit hoort: Heb uw vijanden lief; doe goed aan hen die u haten. 28 Zegen hen die u vervloeken, en bid voor hen die u belasteren. 29 Bied hem die u op de ene wang slaat, ook de andere. Verhinder hem die het bovenkleed van u afpakt, niet ook uw onderkleed te nemen. 30 Maar geef aan ieder die iets van u vraagt, en eis niet terug van hem die neemt wat van u is. 31 En zoals u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo. 32 En als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. 33 En als u goeddoet aan hen die u goeddoen, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars doen hetzelfde.
Matteüs 7:1 (HSV) Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; 2 want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden.
Romeinen 12:16 (HSV) Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog. 17 Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen. 18 Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.
1 Tessalonicenzen 5:15 (HSV) Pas op dat niemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaag altijd het goede na, én voor elkaar én voor allen.
1 Petrus 3:9 (HSV) Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven.
Hoe komt het dan toch dat een genadige liefdevolle God toch in Deuteronomium, maar ook op meerdere andere plaatsen in de Bijbel deze uitspraak laat voorkomen?
Dat heeft alles te maken met de tweeheid in deze wereld en het feit dat God naast een Genadige God ook Rechtvaardig is en moet zijn. Het is dan ook niet gek en rechtvaardig om te zeggen “een oog voor een oog, een tand voor een tand” of “iemand die een ander dood dient zelf gedood te worden”. Het grootte probleem nu echter is dat door die rechtvaardigheid van God wij als mensen nooit kunnen ontkomen aan Zijn oordeel.
Romeinen 2:3 (HSV) En u, o mens, die hen oordeelt die zulke dingen doen, en ze zelf ook doet, denkt u dat u aan het oordeel van God zult ontkomen?
God gaf aan de Israëlieten de wet en Zijn rechtvaardige bepalingen zodat jij en ik onszelf kunnen spiegelen daaraan. Wij mogen daardoor leren wat Gods wet is, en leren dat wij daar door veroordeeld zullen worden. Een ieder van ons heeft zich al lang schuldig gemaakt aan het overtreden van één, maar waarschijnlijk meer geboden en bepalingen. De schade beperkten door nu zoveel mogelijk de geboden wel te houden veranderd niets aan het feit dat een rechtvaardig God ons zal moeten oordelen op de geboden die we al reeds overtreden hebben.
In onze aardse rechtsgang is het niet gebruikelijk een rechter aan te stellen die zelf structureel de wet overtreedt. Hij moet zelf namelijk zuiver en eerlijk zijn. Zo kunnen wij dus zelf geen rechter meer zijn over onze naasten, aangezien wij zelf de wet al overtreden hebben.
Wij mensen zijn niet in staat een rechtvaardig rechter te zijn over onze medemens. Toch blijft het enorm aanlokkelijk voor ons om te blijven snoepen van de boom van goed en kwaad.
Dagelijks bepalen wij wat wij niet goed vinden van een ander, en zij van ons. Ook in de christelijke wereld wordt er helaas in veel gemeenten en daar buiten rijkelijk naar elkaar gesmeten met vruchten van die boom die blijkbaar maar niet kaal geplukt lijkt te worden.
Hoe komen we dan uit deze rechtvaardige, maar hopeloze situatie waarin wij ons bevinden?
Want als we allemaal oog om oog, tand om tand zouden handhaven, dan is straks de gehele wereld blind en kunnen we niets anders meer eten dan pap.
Hier komt de andere kant van God om de hoek kijken, de kant van Zijn Genade.
Maar hoe kan de genade werken zonder de rechtvaardigheid tekort te doen?
God zelf heeft als Heilige en volmaakte schepper zelf de prijs (de boete) betaald. Hij heeft het oordeel dat wij moesten dragen voor ons gedragen zodat wij weer leven kunnen, en ontkomen aan de dood.
Hij deed dit als mens in Jezus Christus. De Zoon van God, want deze mens was uit God geboren.
Hoe is dat dan rechtvaardig?
En zoals de zonden door één mens in de wereld kwam, zo is het dus volledig rechtvaardig dat ook één mens (Jezus Christus) de wereld uit geholpen zou worden. Niemand anders kon dat omdat wij allemaal al moesten betalen voor ons eigen tekortkomen. Hij had niets fout gedaan, geen enkele zonden begaan, daarom had Hij het recht om te betalen voor een ander.
Romeinen 5:12 (HSV) Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben. 17 Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus. 18 Zoals dus door één overtreding de veroordeling gekomen is over alle mensen tot verdoemenis, zo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardiging van het leven.
Nu we dan in de genade staan en schoongewassen zijn van de aanklacht die om rechtvaardige redenen tegen ons was opgeschreven, zijn we aangekomen in de Genade van God. Ook wel de boom des levens genoemd, en niet langer die van goed en kwaad.
Als wij kiezen voor de genade, dan kunnen we niet langer terugvallen op de rechtvaardiging via goed en kwaad. Anders vallen we terug in het oude en vallen we weer onder het oordeel. Het is het ene of het andere, en nooit allebei.
Het is dus niet langer meer oog om oog, tand om tand. Mocht je dat toch verkiezen, dan hangt daar ook de prijs van oordeel weer aan. Als jij het oog van een ander wilt opeisen, zal jou oog om jou zonden worden opgeëist.
Oordelen we dan nooit meer? Waarschijnlijk vaak zat, de oude mens kan goed eigenwijs zijn aangezien het vlees nog altijd onderdeel is van de oude schepping.
Maar gelukkig kent God ons hart, en Hij wil ons leren en ons denken vernieuwen iedere dag opnieuw zodat we losgeweekt mogen worden van de boom van goed en kwaad, en op gaan in de boom des levens en daarmee de genade en volmaakte liefde.
Mag je dan door de genade zondigen en niemand jou daarop wijzen?
Wat zou voor het blijven zondigen je motivatie zijn? zeker na het proeven van de liefdevolle genade van God? Als je Gods Geest je hart toe laat en Hem liefhebt, en Hem toestaat je denken te veranderen dan krijg je vanzelf het antwoord op die vraag.
Efeziërs 4:17 (HSV) Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, 18 verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. 19 Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven. 20 Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, 21 als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, 22 namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, 23 en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, 24 en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Romeinen 6:15 Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! 16 Weet u niet dat aan wie u uzelf als slaaf ter beschikking stelt tot gehoorzaamheid, u slaaf bent van wie u gehoorzaamt: óf van de zonde, tot de dood, óf van de gehoorzaamheid, tot gerechtigheid? 17 Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent. 18 En, vrijgemaakt van de zonde, bent u dienstbaar gemaakt aan de gerechtigheid.
Wandel dus niet langer in de wet, maar in de genade, en geef ook de Genade van God ook rijkelijk door aan anderen. Wees dus niet langer slaaf van de zonden, en de oordelen die daarbij horen waarmee je een ander een slavenlast opleg, maar wees daarvan bevrijd door de Genade.
Veroordeel dus niet langer jezelf en anderen, maar vergeef en heb lief.
1 Petrus 4:8 (HSV) Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken.
Matteüs 6:12 (HSV) En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.
Matteüs 18:23 (HSV) Daarom kan het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met een zeker koning (God) die afrekening wilde houden met zijn dienaren. 24 Toen hij (God) begon af te rekenen, werd er iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. 25 En toen hij niet kon betalen, gaf zijn heer opdracht dat men hem zou verkopen, én zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en dat de schuld betaald moest worden. 26 De dienaar dan knielde voor hem neer en zei: Heer, heb geduld (Genade) met mij en ik zal u alles betalen. 27 En de heer van deze dienaar was innerlijk met ontferming bewogen (Barmhartig), liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt. (Genade) 28 Maar deze dienaar ging naar buiten en trof een van zijn mededienaren aan, die hem honderd penningen schuldig was. Hij pakte hem beet, greep hem bij de keel en zei: Betaal mij wat u schuldig bent. (Liefdeloos, zonder genade). 29 Zijn mededienaar dan liet zich voor hem neervallen en smeekte hem: Heb geduld (vraag om Genade) met mij en ik zal u alles betalen. 30 Hij wilde echter niet, maar ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld betaald zou hebben. 31 Toen zijn mededienaren zagen wat er gebeurd was, werden zij erg bedroefd; zij gingen naar hun heer (God) en vertelden hem alles wat er gebeurd was. 32 Toen riep zijn heer (God) hem bij zich en zei tegen hem: Slechte dienaar, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat u mij dat smeekte. 33 Had ook u geen medelijden moeten hebben met uw mededienaar, zoals ik ook medelijden met u had? 34 En zijn heer, boos als hij was, gaf hem aan de pijnigers over, totdat hij alles wat hij hem schuldig was, betaald zou hebben. 35 Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft.
Kiest u dus zelf voor de wet (goed en kwaad) en het oordeel dat daarbij hoort, of kiest u voor de Genade (Het Leven).
Johannes 1:15 (HSV) Johannes getuigt van Hem en heeft geroepen: Híj was het van Wie ik zei: Deze Die na mij komt, is vóór mij geworden, want Hij was er eerder dan ik. 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.
Zo wordt het oordeel dus van wat de wet voorschrijft “oog voor een oog, een tand voor een tand” omgezet naar de genade en het toekeren van de andere wang.
Mattheüs 5:38 (HSV) U hebt gehoord dat er gezegd is: Oog voor oog en tand voor tand. 39. Ik (Jezus Christus) zeg u echter dat u geen weerstand moet bieden aan de boze; maar wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe;