Hoe zit het met de 144.000?
Hoe zit het met de 144.000 die in Openbaring 7 en Openbaring 14 worden genoemd?
Zijn dit beide dezelfde groep of zijn dit twee aparte groepen? En wie zijn deze groepen?
Openbaring 7:2 (HSV) En ik zag een andere engel opkomen van waar de zon opgaat, met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen, 3. en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. 4. En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten. 5. Uit de stam Juda waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Ruben waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Gad waren er twaalfduizend verzegeld, 6. uit de stam Aser waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Manasse waren er twaalfduizend verzegeld, 7. uit de stam Simeon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Levi waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Issaschar waren er twaalfduizend verzegeld, 8. uit de stam Zebulon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Jozef waren er twaalfduizend verzegeld, en uit de stam Benjamin waren er twaalfduizend verzegeld.
Deze eerste groep uit Openbaring 7 is vrij onmiskenbaar een groep uit de stammen van Israël.
Zij zijn niet de gemeente en ook niet een groep mensen die uit de grote verdrukking kwam. Zij die uit de grote verdrukking komen worden namelijk hierna genoemd in Openbaring 7:9-17 en zijn een schare die niemand tellen kan.
Het gaat hier vrij duidelijk over een groep van 144.000 uit de stammen van Israël die op de aarde verzegeld worden.
Maar er is nog een tweede groep van 144.000 in Openbaring, deze staan bij het Lam op de berg Sion (de 3e Hemel), zij dragen op hun voorhoofd de naam van De Vader van het Lam.
Openbaring 14:1 (HSV) En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem honderdvierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven. 2 En ik hoorde een geluid uit de hemel, als een geluid van vele wateren en als het geluid van een zware donderslag. En ik hoorde het geluid van citerspelers die op hun citers spelen. 3 En zij zongen als een nieuw lied vóór de troon, vóór de vier dieren en de ouderlingen. En niemand kon dat lied leren behalve de honderdvierenveertigduizend, die van de aarde gekocht waren. (nu dus in de Hemel) 4 Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam.
Deze tweede groep van 144.000 lijkt een andere groep te zijn dan de groep Israëlieten uit Openbaring 7. Deze zijn namelijk gekocht uit de mensen en als eerstelingen voor God en het Lam. Als we rekening houden met de opname van de gemeente voordat God Zijn plan weer oppakt met Israël en hun gaat verzegelen dan lijkt het erop dat deze groep eerstelingen tot de gemeente behoren. Een Hemels volk die tezamen Gods Woord verkondigen en God loven. Vandaar de stem als van vele wateren (volkeren). Namelijk zij die uit de heidenvolkeren getrokken zijn.
Dit beeld zien we ook terug in het volgende stuk:
Openbaring 1:13 (HSV) En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel; 14 en Zijn hoofd en haar waren wit, als witte wol, als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vuurvlam, 15 en Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven, en Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren. 16 En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.
Openbaring 1:20 (HSV) Het geheimenis van de zeven sterren die u in Mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden kandelaren is: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren die u hebt gezien, zijn de zeven gemeenten.
Hier zien we een verschijning van de Heer zelf. Maar het bijzondere is dat Hij bij deze verschijning verbonden is met Zijn Gemeente. Hij als Hoofd die alles (Zijn Lichaam) aanstuurt. De gemeente als lichaam voor Hem om te handelen in deze wereld. Vandaar te midden van de 7 kandelaren en ook de 7 sterren (de 7 gemeenten) in Zijn rechterhand waarmee Hij zijn werk tot uitvoering zal brengen en zal spreken tot de wereld als met een stem als van vele wateren (mensen).
Nu hebben we dus in de Hemel een openbaring van Jezus Christus op de troon, maar tevens zien we bij Hem 144.000 mensen gekocht uit alle mensen als eerstelingen. Daarnaast zien we zeven kandelaren (lichtdragers) en tevens 7 sterren in Zijn rechterhand. Om daar nog een groep aan toe te voegen moeten we niet vergeten de 24 oudsten te vermelden:
Openbaring 4:4 En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd.
Nu lijkt het ingewikkeld te worden, maar het wordt weer vrij eenvoudig als we gaan beseffen dat al deze groepen in de Hemel (144.000, 7, en 24) te maken hebben met de gemeente. Allemaal in andere verschijning en vertegenwoordiging.
De gemeente zal uiteraard uit meer mensen bestaan dan 144.000 man. Maar deze 144.000 zijn slechts een vertegenwoordiging van de gemeente.
Op dezelfde wijze dat bijvoorbeeld de leden van onze 2e kamer in Den Haag (150 mensen) niet alle Nederlanders zijn, maar hun wel vertegenwoordigen in regeerfunctie. Zoals ook weer een kleinere groep ministers (momenteel 20) ook niet alle 2e kamer leden zijn maar ook slechts een stel vertegenwoordigers in regeerfunctie. Daarboven eindigen we dan met een Minister president, en daar zelfs nog weer een koning boven. Tezamen zijn zij incl. de burgers “Nederland”.
Zo mogen we volgens mij deze situatie rondom te troon ook zien. We hebben de gemeente, een enorme groep mensen vertegenwoordigd door 144.000. Deze zijn opgedeeld in 24 dienst doende ouderlingen of oudste en opgedeeld in 7 gemeenten. Maar het gaat dus over Christus, De Zoon, Het Lam op de troon met daaromheen (als in wolken) de Gemeente als lichaam (kandelaren, tronen, oudsten etc.) waarmee Hij zich zal gaan openbaren naar de wereld toe.
Openbaring 1:7 (HSV) Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.
1 Thessalonicenzen 4:17 (HSV) Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in
dewolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo (als in wolken) zullen wij altijd bij de Heere zijn.
Maar nu weer terug naar de 2 groepen van 144.000. Dit zijn dus waarschijnlijk er twee. Namelijk één volk op aarde (Israël, zand aan de zee, schat in de akker/aarde) en één volk in de Hemel, (De Gemeente, sterren aan de hemel, parel uit de zee/volkeren wereld).
We hebben het hier dus over 288.000 mensen die werkzaam zijn voor de Heer. Waar komen we dit getal nog meer tegen in de Bijbel?
Als we 1 Kronieken 27 lezen zien we dat koning David (een type van Christus als Koning, Zoon van David) een leger heeft van 288.000 man. Namelijk 24.000 uit elke stam (12x) welke ieder een maand per jaar dienstdoen.
In 1 kronieken 25 lezen we vervolgens dat David ook een koor had van 288 mensen. Dit lijkt weer overeen te komen met de 2e groep uit Openbaring 14 die een nieuw lied zongen in de Hemel.
We hebben dus twee groepen van totaal 288.000 waarbij één groep van 144.000 waarschijnlijk symbool staat voor de gemeente, net zoals de 7 sterren en de zeven kandelaren.
Maar de groep van 24 oudsten vertegenwoordigen waarschijnlijk beide groepen. Namelijk 12 oudsten uit de gemeente, en 12 oudsten uit Israël, uit iedere stam één.
Duidelijker wordt dit nog door te kijken naar de tijd waarin beide groepen zullen regeren met Christus in het duizendjarig vrederijk. Straks zal namelijk de Gemeente en Israël (het hemelse volk en het aardse volk) regeren met Christus als vertegenwoordigers voor Zijn Rijk op Aarde en Zijn Koninkrijk der Hemelen.
Bij David zagen we namelijk al dat de groep van 288.000 opgedeeld in 24.000 per maand hun dienst moesten verrichten.
In de 1000 jaar zullen we dus totaal 12.000 maanden hebben. Als we voor iedere maand 24 oudsten willen aanbieden welke om de troon in witte klederen met kronen op hun hoofd Israël en de gemeente zullen vertegenwoordigen dan komen totaal op 12.000 x 24 = 288.000.
Oftewel, iedereen (Israël en de Gemeente) zal heersen met Christus tijdens die 1000 jaar.
Openbaring 20:4 (HSV) En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.
Openbaring 20:6 (HSV) Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
Nadat de 1000 jaren voorbij zijn zal de nieuwe Hemel en de nieuwe Aarde komen. Op die nieuwe schepping zal het Nieuwe Jeruzalem neder komen dalen, Wit bekleed met de heiligheid van de heiligen en met 12 fundamenten (de 12 stenen van Israël, zie borstplaat van de hogepriester, fundament bevind zich in de aarde, zoals de schat in de akker/aarde, oftwel Israël) en 12 poorten. (Gemaakt van Parels, zoals uit de gelijkenis met de parel uit de zee, oftwel de gemeente) Deze stad stelt het lichaam van Christus voor. Dat zijn wij als gemeente, samen met Israël. Als één lichaam en als één tempel waarin God zal wonen. En waar wij als vertegenwoordigers van Hem uit mogen gaan om hen die buiten de stad zijn (de goeie vissen uit de gelijkenis na die van de schat in de akker en de parel in de zee, zie Mattheus 13:44-52) de weg via Christus te leren kennen.
Waarschijnlijk zie ik in al deze zaken die eigenlijk te groot zijn om goed te bevatten nog veel teveel over het hoofd. En heel veel heb ik nog niet genoemd omdat het anders een veel te lang stuk word. Ik verwijs u graag naar de Bijbel voor meer openbaringen hierover.
God zal ons alles openbaren wat belangrijk is door Zijn Woord met Zijn Heilige Geest op de vastgesteld tijd waarop wij er klaar voor mogen zijn.