Uncategorized

God is tot ons genaderd en heeft zich aan ons bekend gemaakt! Immanuel!

Als we het hebben over God dan hebben we het vaak over de Vader, Jezus Zijn Zoon, Heilige Geest of gewoon God. Hoe noemt de Bijbel God, en waarom verschilt dit per vertaling? Is het verder belangrijk hoe we God noemen?

Als we dit een beetje willen uitpluizen moeten we bij het begin beginnen hiervoor moeten we uiteraard naar Genesis toe. We lezen voor het eerst een aanduiding voor God in Genesis. Om de woorden de kunnen onderscheiden zal ik de “strong” nummers erbij zetten. Deze strong worden gebruikt om alle woorden in de grondwet van elkaar te onderscheiden. H staat voor Hebreeuws (oude testament) en een G staat voor het Grieks (nieuwe testament).

Gen 1:1  In den beginne schiep God (H430 – ‘ĕlôhı̂ym) den hemel en de aarde.

Hier staat in de grondtekst voor de aanduiding “God” het Hebreeuwse woord “’ĕlôhı̂ym” wat eigenlijk een meervoudsvorm is voor Goden. Maar waarom meervoud? Is er niet één God? Ja, er is één God, maar net zoals wij bestaan uit Geest, ziel en lichaam, bestaat God uit Vader, Zoon en Heilige Geest. In die zin zouden we hier de meervoudsvorm mogelijk mee kunnen verklaren. We moeten altijd rekening houden dat God oneindig Groot is en almachtig. Als we iets niet begrijpen hoeven we er niet altijd per se een antwoord bij te hebben om gewoon te geloven dat het zo is. 

Vervolgens blijven we dit Hebreeuwse woord tegenkomen m.b.t. de aanduiding van God totdat in Genesis 2 een extra aanduiding vinden, namelijk YHWH, wat met klinkers vaak uitgesproken wordt met Yehovah, of Yahweh wat misschien bekender klinkt. Deze wordt in Genesis 2 in één adem genoemd met het vorige woord Elohiym. Voor de eenvoud van dit stukje hou ik de klinkervorm Yahweh aan voor YHWH.

Gen 2:4  Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten dage als de HEERE (H3068 – YHWH) God (H430 – ‘ĕlôhı̂ym) de aarde en den hemel maakte.

Deze aanduiding van God is belangrijk omdat dit een extra naam betreft die altijd en alleen op God zelf van toepassing is en waarmee Hij zich wil openbaren, en wil communiceren tot de mens. 

Als je je namelijk tot iemand wilt richten, noem je diegene bij zijn of haar naam. Als je je tot God wil richten, dan hebben we bij deze niet slechts een titel gekregen zoals elohiym, maar we hebben een echte naam ontvangen. Iemand bij naam kennen geeft aan dat er een basis voor een relatie is ontstaan.
Ondanks dat vanaf Genesis 2:4 ineens veelvoudig de naam Yahweh wordt gebruikt, terwijl het daarvoor nog voornamelijk Elohiym was, rijst natuurlijk de vraag of Adam en Eva en hun nageslacht ook op de hoogte waren van deze naam. Op basis van een tekst in  Genesis 4:26 zouden we kunnen opmaken dat zij de naam Yahweh kende, in ieder geval in de tijd dat Enos geboren werd lijkt het zo te zijn.

Gen 4:26  En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos. Toen begon men den Naam des HEEREN (H3068 – YHWH) aan te roepen.

Je zou zeggen dat Abraham de naam Yahweh ook gekend heeft, dit omdat deze in Gen 14:22 en Gen 12:8 door hem wordt uitgesproken en aangeroepen. Althans, zo interpreteer ik deze verzen wel.

Gen 14:22  Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE (H3068 – YHWH), den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit;

Genesis 12:7 Toen verscheen de HEERE (H3068 – YHWH) aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een altaar voor de HEERE (H3068 – YHWH), Die hem verschenen was. 8 Vandaar brak hij op naar het bergland ten oosten van Bethel en zette zijn tent op tussen Bethel in het westen en Ai in het oosten. Daar bouwde hij voor de HEERE (H3068 – YHWH) een altaar en riep de Naam van de HEERE (H3068 – YHWH) aan.

Bij Mozes in Exodus zien we alleen een bijzonder verschijnsel want daar zegt God tegen Mozes dat Hij met Zijn naam Yahweh bij Abraham, Izak en Jakob niet bekend is geweest.

Exodus 6:1 Toen sprak God (H430 – ‘ĕlôhı̂ym)  tot Mozes en zei tegen hem: Ik ben de HEERE (H3068 – YHWH) . 2 Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God (H410 – el) de Almachtige (H7706 – Shadday) , maar met Mijn Naam HEERE (H3068 – YHWH) ben Ik hun niet bekend geweest.

Wat is er hier dan aan de hand? Kende Abraham dan wel of niet de naam Yahweh? Waarschijnlijk dan toch niet. Aan Mozes was de naam Yahweh sowieso bekend gemaakt, en Mozes heeft de eerste boeken, waaronder Genesis, geschreven. Het kan dus zijn dat bij de verhalen over Abraham de naam van God “YHWH” is opgeschreven in alle stukken m.b.t. Abraham en God om zo duidelijk te maken dat Yahweh dezelfde God is als die van Abraham, Isaak en Jakob, ondanks dat zij Hem misschien niet bij naam hebben gekend en genoemd.

Daar waar Abraham dus over God spreekt en dus waarschijnlijk Elohym of El Shadday als naam gebruikte, daar heeft Mozes mogelijk deze als YHWH opgeschreven. Dit met de overtuiging dat de God van Abraham uiteraard dezelfde God is als Yahweh die aan Mozes Zijn naam bekend heeft gemaakt.  Als Abraham dan de naam van God aanroept, was dat voor hem toen de tijd misschien Elohym of El Shadday wat bij het niet kennen van Zijn naam natuurlijk voor God een prima aanduiding is en was.
De mensen in de tijd van Enos kunnen wel de naam Yahweh gekend hebben, misschien zelfs al vanaf Adam en Eva. Maar mogelijk zijn de mensen later die naam vergeten of is deze niet doorverteld. Zeker gezien de grote afval van de mensheid in die tijd. De vraag is of Noach en zijn zonen de naam Yahweh nog wel kenden.

Maar waarom maakt de naam van God uit? In wezen niet direct want God kijkt naar uw hart. Hoe U hem aanspreekt zal God in uw hart wel zien of dit met eerbied bedoeld is en of je Hem bedoeld in je persoonlijke relatie met Hem.
Toch is er wel wezenlijk iets aan de hand met Zijn naam waarom mij het belangrijk genoeg leek om dit stukje erover te schrijven.

God maakt namelijk aan Mozes en daarmee aan Zijn volk Zijn naam bekend. Dit doet Hij niet om vervolgens deze naam maar af te doen als een van de vele aanduidingen. Het was een kostbaar geschenk voor het begin van een levende relatie, maar wat heeft Zijn volk ermee gedaan? Ze zijn helaas andere goden achteraan gelopen en hebben Zijn naam uitgewist/vergeten, wouden de naam niet uitspreken, en toen Hij naar Zijn volk kwam herkende ze Hem niet en hebben ze Hem gedood. En dat terwijl de profetie zegt; zodra men de naam van Yahweh aanroept zou men behouden worden. Pas in de grote verdrukking zal één derde deel van het volk gered worden doordat zij de naam van Yahweh zullen aanroepen.

Zacharia 13:9 Ik zal dat derde deel in het vuur brengen en het louteren, zoals men zilver loutert. Ik zal het beproeven, zoals men goud beproeft. Het zal Mijn Naam aanroepen en Ík zal het verhoren. Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De HEERE (H3068 – YHWH) is mijn God. (H430 – ‘ĕlôhı̂ym) 

Maar hoe zit dat nu, de naam Yahweh halen wij uit de Hebreeuwse geschriften, zo moeilijk kan het niet zijn voor een Israëliet om Hem te erkennen en aan te roepen bij naam?
En daar zit dus het knelpunt waar wij wat van mogen leren, omdat we niet Gods volk dingen kunnen verwijten waaraan wij onszelf net zo goed schuldig maken. Namelijk afgoderij.
De Israëlieten kennen een belangrijk gebed dat gebaseerd is op Deuteronomium 6:4 wat met “Shema” noemt.

Deuteronomium 6:4 (HSV) Luister, Israël! De HEERE (H3068 – YHWH), onze God (H430 – ‘ĕlôhı̂ym) , de HEERE (H3068 – YHWH) is één! 5. Daarom zult u de HEERE (H3068 – YHWH), uw God (H430 – ‘ĕlôhı̂ym), liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht. 6. Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn.

De kernzin van het Shema in het hebreews is: שמע ישראל יהוה אלהינו יהוה אחד, en wordt door de Israëlieten uitgesproken als: Sjema Israel, Adonai Elo-hénoe, Adonai echád.

Hier valt iets gelijk op, namelijk de uitspraak. De Israëliet spreekt hier de tekst niet uit zoals deze beschreven is. Heel bewust wordt de naam van Yahweh niet uitgesproken maar vervangen door een andere naam, namelijk “Adonai”. Wat betekend Adonai?
Een tekst waarin we dit woord tegenkomen is in Genesis 15 waarin misschien bevestigd wordt dat Abraham de naam Yahweh (nog) niet letterlijk kende.

Genesis 15:1 Na deze dingen kwam het woord van de HEERE (H3068 – YHWH) tot Abram in een visioen: Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot. 2. Toen zei Abram: Heere (H136 – Adonai) HEERE (H430 – ‘ĕlôhı̂ym) , wat zult U mij dan geven, aangezien ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis deze Eliëzer uit Damascus zal zijn?

Het Woord van Yahweh komt namelijk in deze tekst tot Abraham en hij antwoord op dat woord door God aan te spreken als Adonai Elohiym. Oftewel letterlijk Heer God.
Het was een eerbiedige aanduiding van God van Abraham om te erkennen dat God boven hem stond en hij God wou dienen als Heer. We zien ook hier de onverschilligheid van de Nederlandse vertaling omdat eerder Elohiym nog als God vertaald werd en JHWH met HEERE, nu ineens Adonai met Heere wordt vertaald (kleine letters om verschil aan te duiden) en nu ineens Elohiym wordt vertaald met HEERE in grote letters.

Is er dan wat mis met Adonai, wat Heer betekent om God aan te duiden? Naar mijn mening niet, het nieuwe testament gebruikt het griekse woord Kurios wat ook Heer betekent, veel voor het aanduiden van God.
Er zit alleen wel een wezenlijk relatie verschil in deze aanduiding. Als zondig mens mogen we ontdekken dat God Heer en meester is en wij tekort komen aan Zijn grootheid als dienaren. Maar God wil ons niet als dienaren, Hij wil ons bekeren en tot een nieuwe schepping maken waarin wij niet langer dienaren meer zijn, maar Zijn kinderen. De relatie met God verandert hierin. Onze oude mens met zijn aarde zonden en verlangen blijft onder de heerschappij van God als een dienaar waar God streng over moet Heersen. Maar onze nieuwe schepping, onze nieuwe mens is een Zoon van God geworden waarin wij onze levende relatie met Hem hebben zoals Hij voor ogen had. Wij noemen Hem hierin niet langer meer Heer maar Vader zoals Jezus ons ook leerde in het prachtige gebed “Onze Vader die in de hemelen zijn…” Jezus noemt ons niet meer dienaren, maar Hij noemt ons vrienden!

Johannes 15:15 Ik noem u niet meer dienaren, want een dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekend gemaakt heb.

Het probleem omtrent Zijn naam zit niet direct in waarmee je God aanspreekt, maar wel in hoe je in je hart naar God kijkt, en hoe je relatie met Hem is in je hart. Dit komt bij het ongelovig Israël naar buiten in hoe met nu God aanspreekt, en het christendom als religie is hetzelfde gaan doen. Beiden zijn zij God gaan aanspreken met Heer, of HEERE wat in zekere zin dus een afstand aanduidt in de relatie.

Nogmaals wil ik hier niemand veroordelen die bid tot onze Heer, en God aanroep met Heer of Heere en dat met alle eerbied zo doet, wat ik wel wil bereiken is dat je in je hart nagaat hoe je God ziet.
Zie je God nog altijd als de boze Heerser die gehoorzaamheid afdwingt die jij als dienaar maar zo goed mogelijk moet volbrengen? Is er angst in je relatie met God? Is God voor je gevoel ver weg, ver boven je in de hemel op zijn wolk terwijl jij als zondig christen er probeert het beste van te maken?
Dan mag je door Jezus Christus, (De weg naar de Vader) je denken laten vernieuwen en ontdekken dat God niet ver weg is. Hij heeft dit net als toen Hij zich bekend wou maken aan Zijn volk gedaan met een naam, en dit keer met Immanuel.

Mattheüs 1:23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de Naam Immanuel geven; vertaald betekent dat: God met ons.

Een prachtige naam “God met ons”. Niet langer God ver weg van ons, als een boze heerser die onbereikbaar in de hemel zit, Nee, het is God met ons. Hij daalde af toen wij Hem niet konden bereiken om Zijn Woord (Zijn Zoon) te geven voor onze zonden met het doel dat onze relatie met Hem weer helemaal hersteld is. Net zoals bij Mozes God afdaalde op de berg Sinaï om Zijn Woord (de stenen tafelen), en Zijn naam Yahweh te geven aan het volk dat Hij zo lief had.

Wat doen wij hiermee? Zie je God nog altijd net als alle andere religies als een boze boeman die je ieder moment kan straffen? Of heb je nu God bij naam leren kennen en kun je Hem je je Vader noemen? Zie je Hem nu ook als een liefdevolle Vader die jou als kind zeer veel lief heeft?

Het Joodse volk kreeg Zijn naam en Zijn Woord (Zijn Zoon, Imanuel) aangeboden, maar zij herkende hem niet. Zij hadden namelijk een niet kloppend beeld gevormd in hun hoofd van God. In andere woorden, zij hadden een zelfgesneden beeld  gemaakt van God wat niets anders was dan een afgod. Want toen God afdaalde op de berg en Mozes het Woord op de tafelen naar beneden bracht als symbool van Zijn Zoon die tot ons zou komen, toen trof hij het volk aan met een afgodsbeeld. Hetzelfde gebeurde in de tijd van Jezus (Yeshua). Hij kwam tot Zijn volk, maar zij herkende Hem niet omdat zij een andere God hadden. Zij spraken de naam van Yahweh niet uit. Zij kende Hem niet en hadden geen levende relatie met God de Vader. Zij noemde Yahweh die net als een vriend zijn kostbare naam bekend had gemaakt op een respectloze wijze “HEER” alsof er niets veranderd was. Abraham was een vriend van God zonder Zijn naam te kennen, het volk bleef verre van God terwijl Hij Zijn naam bekend had gemaakt.

Johannes 1:1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2. Dit was in het begin bij God. 11. Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. 12. Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.

Jesaja 64:7 Er is niemand die Uw Naam aanroept, die zich beijvert om U vast te grijpen, want U verbergt Uw aangezicht voor ons en U doet ons wegkwijnen in de greep van onze ongerechtigheden. 8 Maar nu, HEERE (H3068 – YHWH) , U bent onze Vader! Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker: wij zijn allen het werk van Uw handen.

Maar gelukkig mogen wij blij zijn met de profetieën over Israël dat er een dag komt waarop ze niet langer God zullen zien gelijk aan de afgoden van alle religies op aarde. Niet langer als een boze man die oordelend op zijn wolk zit en onbereikbaar is.

Hosea 2:15 Op die dag zal het gebeuren, spreekt de HEERE (H3068 – YHWH), dat u Mij zult noemen: mijn Man, en Mij niet meer zult noemen: mijn Baäl!

Maar waarom staat hier dat Israël God zijn baäl noemde? Dat doen ze toch niet? Helaas wel, het gaat niet om de woorden die je zegt, maar hoe je hart is tegenover God. Is je beeld van God niets anders dan een zelfgevormd beeld van God in je hoofd dat niet klopt met de werkelijkheid? Oftewel een afgod, of baäl? Een beeld dat afstand creëert terwijl God juist tot ons genaderd is in liefde en vergeving? 

Baäl is afgeleid van de Semitische radicaal: b'l (Akkadisch: bēlu[m]; Hebreeuws: בעל, baʿal, Arabisch بعل, ba'l) en betekende "heer" of "eigenaar". 

God is naast onze vriend ook zeker HEER want Hij staat boven alle heerschappijen en machten, ook boven onze oude ongehoorzame zondige mens. Maar leer in uw hart en uw denken dat Hij vooral geworden is tot onze liefdevolle Vader, onze vriend. Immanuel. 

Deuteronomium 10:17 Want de HEERE (H3068 – YHWH), uw God (H430 – ‘ĕlôhı̂ym), is de God (H430 – ‘ĕlôhı̂ym) der goden (H430 – ‘ĕlôhı̂ym) en de Heere (H113 – Adon Adon) der heren (H113 – Adon Adon); die grote, machtige en ontzagwekkende God (H410 – EL), Die niet partijdig is en geen geschenk in ontvangst neemt,

Jeremia 23:27 Zij denken Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten door hun dromen, die zij elkaar vertellen, zoals hun vaderen Mijn Naam vergeten hebben door de Baäl. 28 Laat de profeet bij wie een droom is, een droom vertellen. Laat ieder bij wie Mijn woord is, Mijn woord naar waarheid spreken. Wat heeft het stro gemeenschappelijk met het koren? spreekt de HEERE (H3068 – YHWH).

Wij als “heidenen” zijn met onze afgoderij niet beter dan Israël die steeds in afgoderij verviel.
Wij mogen leren niet te oordelen omdat wij niet anders of beter zijn. Kijk naar onze Nederlandse vertaling waar helaas door het veelvoudig gebruik van het woord HEERE de naam die God persoonlijk bekend maakte verdwenen is en vervangen. Deze manier van vertalen klinkt soms eerbiedig, maar er zit iets krom als wij Gods naam veranderen met een woord dat niet staat in de grondtekst, net zoals de Israëlieten niet Zijn naam uitspreken maar Zijn naam bewust veranderen voor Adonai of Hashem (de Naam) om deze maar niet uit te spreken en dus afstand te creëren. Maar gelukkig is God Woord zo krachtig, dat zelfs ondanks al dan niet bewust of onbewuste fouten in onze vertalingen, Hij toch ons openbaart dat Hij tot ons is afgedaald, Zijn Zoon gegeven heeft, en wij nu een levende relatie met Hem mogen hebben.
Het zit hem niet in de juiste woorden, het zit hem in uw hart. Kent U God en kent God u?

Zoekt U waarlijk God en heeft U Hem lief? Dan zult u een liefdevolle Vader vinden en uw denken vernieuwd worden. Zoekt u alleen een afgod om te dienen? Dan vindt u deze overal in deze wereld, zelf in de bijbel kunt u een afgod (zelf gevormd beeld van God) vinden die overeenkomt met uw eigen inzicht en interpretatie van de schrift. Laat God u alles openbaren wat in uw hart is zodat u volkomen één zult worden.
Nogmaals, het zit hem niet in de juiste woorden of de hoeveelheid kennis, het zit hem in uw hart. Laat God tot uw hart spreken met Zijn Woord. Hieronder nog wat teksten waarin hetzelfde principe wordt benadrukt.

Matteüs 7:21 Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere (G2962 – κύριος), Heere (G2962 – κύριος), zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere (G2962 – κύριος), Heere (G2962 – κύριος), hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? 23 Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!

Mattheüs 15:7 Huichelaars! Terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, toen hij zei: 8. Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; 9. maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn.

Matteüs 6:7 Als u bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden. 8 Wordt dan aan hen niet gelijk, want uw Vader weet wat u nodig hebt, voordat u tot Hem bidt. 9 Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. 10 Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde.

Joël 2:28 Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. 29 Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. 30 Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE (H3068 – YHWH) komt, die grote en ontzagwekkende. 32 Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE (H3068 – YHWH) zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE (H3068 – YHWH) gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE (H3068 – YHWH) roepen zal.

Handelingen 28:25 En zij waren het niet met elkaar eens en zij gingen uiteen nadat Paulus dit ene woord gezegd had: Terecht heeft de Heilige Geest door Jesaja, de profeet, tegen onze vaderen gezegd: 26 Ga naar dit volk toe en zeg: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen, en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken, 27 want het hart van dit volk is vet geworden en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. 28 Laat het u dan bekend zijn dat de zaligheid van God aan de heidenen gezonden is, en die zullen luisteren. 29 En nadat hij dit gezegd had, gingen de Joden weg, heftig onder elkaar redetwistend.

Jesaja 29:13 De Heere (H136 – Adonai) zei: Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij eren met hun lippen, maar hun hart ver van Mij houden, en hun vrees voor Mij slechts een aangeleerd gebod van mensen is,

Galaten 4:1 Ik zeg echter: Zolang de erfgenaam een onmondig kind is, verschilt hij in niets van een slaaf, hoewel hij heer is van alles; 2 maar hij staat onder voogden en beheerders, tot het tijdstip dat de vader van tevoren heeft bepaald. 3 Zo waren ook wij, toen wij nog onmondige kinderen waren, als slaven onderworpen aan de grondbeginselen van de wereld. 4 Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, 5 om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen. 6 Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!Dus nu bent u geen slaaf meer, maar een zoon; en als u een zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus.

Galaten 4:21 Zeg mij, u die onder de wet wilt zijn, luistert u niet naar de wet? 22 Want er staat geschreven dat Abraham twee zonen had, een van de slavin, en een van de vrije. 23 Maar hij die van de slavin was, is naar het vlees geboren (De oude mens), hij echter die van de vrije was (de nieuwe schepping), door de belofte. 24 Deze dingen hebben een zinnebeeldige betekenis; want deze vrouwen zijn de twee verbonden: het ene, dat van de berg Sinaï, dat kinderen voortbrengt voor de slavernij, dat is Hagar. 25 Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is. 26 Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen. 27 Want er staat geschreven: Wees vrolijk, onvruchtbare, die niet baart, breek uit in gejuich en roep, u die geen barensnood kent, want de kinderen van de eenzame zijn veel talrijker dan die van haar die de man heeft. 28 Wij nu, broeders, zijn kinderen van de belofte, net zoals Izak. 29 Maar zoals destijds hij die naar het vlees geboren was, hem vervolgde die naar de Geest geboren was, zo is het ook nu. 30 Wat zegt de Schrift echter? Jaag de slavin en haar zoon weg, want de zoon van de slavin zal beslist niet erven met de zoon van de vrije. 31 Daarom, broeders, wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrije.

Hebreeën 12:18 Want u bent niet tot een tastbare berg genaderd (zoals de Israëlieten in de woestijn met Mozes), en tot een brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind, 19. tot bazuingeschal en het geluid van woorden. Zij die dat hoorden, smeekten dat het woord niet meer tot hen gericht zou worden, 20. want zij konden wat hun bevolen werd niet verdragen: zelfs als een dier de berg aanraakt, zal het gestenigd of met een pijl doorschoten worden. 21. En wat zij zagen was zo verschrikkelijk, dat Mozes zei: Ik ben zeer bevreesd en sta te beven. 22. Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen, 23. tot een feestelijke vergadering en de gemeente van de eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid zijn gekomen, 24. en tot de Middelaar van het nieuwe verbond, Jezus, en tot het bloed van de besprenkeling, dat van betere dingen spreekt dan dat van Abel.

Verlos uzelf dus van afgoderij en omarm onze Vader die in de hemelen zijt en Zijn Heilige Geest die in ons woont om te leiden op de weg die mogen gaan. Niet langer als slaaf of dienaar, maar als kinderen van de levende God.
Imanuel! God is naar ons afgedaald en heeft omarmd. 

2 Korinthe 5:17 Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. 18. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. 19. God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. 20. Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt.
Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *