De tegenstander
In de bijbel komt de naam “satan” met regelmaat voor wat letterlijk betekent “tegenstander”.
Deze naam wordt onder andere gebruikt voor de bijbelse figuur Lucifer wat weer “Lichtdrager” betekent die ook wel de oude slang en de draak genoemd wordt. Lucifer was een belangrijke engel van God, hij was een Lichtdrager tot het moment dat er in hem ongerechtigheid gevonden werd en hij zich tegen God keerde. Vanaf dat moment werd hij de tegenstander van God, oftewel de satan.
Een gebeurtenis in de geschiedenis van onze schepping met grote gevolgen, maar toch, ook al verwacht je het misschien niet, van groot nut. Want voor God, maar ook de gelovigen is de satan tot nut geworden in zijn nieuwe rol als tegenpool van God. Hij is van Lichtdrager gegaan tot de drager van de duisternis zodat er naast het Licht van God ook duisternis is en wij wat kunnen kiezen met onze vrije wil. Want wat heeft onze vrije wil anders voor nut als er niets te kiezen valt?
Zo mogen we de satan zien als hulpmiddel om mensen uiteindelijk vanuit de duisternis tot God te bewegen, want in de duisternis is een klein sprankje licht goed zichtbaar en weten we precies waar we heen moeten. Een sprankje licht geeft al snel hoop en is krachtiger dan alle duisternis.
Je mag God ook als de Goede Herder zien, en de satan als de hond waar alle schapen bang voor zijn. De hond staat aan de andere kant van de kudde als tegenpool en wordt constant onder invloed van de herder “teruggevlogen”. Zo zien we dat de satan geen macht heeft buiten wat God toelaat, iets wat in het verhaal van Job zeer duidelijk naar voren komt.
Uiteindelijk overkomt Job door de satan heel wat ellende maar komt aan het einde tot een veel grotere openbaring van wie God werkelijk is en dat is nou net het doel van dit leven. Zo gebruikt God in dat verhaal de duisternis om Job tot een beter inzicht te brengen wat betreft het Licht, en dat Licht is God.
Soms raken wij teveel gefocust op het leven hier op aarde zelf terwijl we daarmee het leerdoel vergeten. Het is alsof we als schapen prettig en veilig op ons stukje gras willen blijven grazen terwijl alles al kaal gegeten is, oftewel er is niets meer te leren. Het leven en wandelen met God is het doel en het leven is daarvan een voorstadium en een middel om te leren tot dat doel te komen vanuit eigen vrije beweging.
En als wij dan niet op de herder gefocust zijn terwijl Hij ons weer tot nieuwe dingen wil brengen, dan komen we vanzelf de hond weer tegen die ons precies naar de plek kan jagen waar we moeten zijn. Die momenten voelen niet altijd prettig, en misschien zelfs zeer angstig, maar het is tot een groot doel. We moeten dan oppassen met het direct in de verdediging te schieten en het een aanval vanuit het boze te noemen, voor hetzelfde geld is het vanuit God georkestreerd en strijd je misschien wel tegen God. Het leven zal niet altijd vanzelf gaan en soepel lopen, in de bijbel staan veel getuigen van God (gelovigen) die hetzelfde in hun leven laten zien maar daardoorheen God beter leren kennen.
We hoeven dus niet de strijd aan de gaan met de satan, maar we moeten juist leren omkijken en luisteren naar de Herder. (bekeren) En als we dan toch met de satan te maken krijgen, mogen we in die zware momenten beseffen dat het het commando is van de herder om ons iets te leren en te brengen waar we mogen zijn of ons weg te halen van waar we niet moeten zijn.
God is puur Licht en bevindt Zich in dat Licht want dat is Zijn woonplaats. En als wij in duisternis zijn dan gebruikt Hij de satan in die duisternis (daar waar God niet is) als hand om zo te reiken waar God als Heilig God niet zou zijn zodat wij weer in het Licht gaan wandelen. Zo is God dus niet in de duisternis aanwezig maar toch weer wel door alles wat Hij geschapen heeft en dus macht over heeft, dus ook de satan. Hij kan zo leiden waar Hij anders niet zou gaan als Heilig God.
Dat zien we ook symbolisch terug bij de priesters in het oud testament die geen dienst konden doen in de tempel als ze iets onreins aanraakte.
Zo is dus de duisternis en daarin de satan als tegenpool van God een soort hand van God geworden die tot in de duisternis reikt. Want als God naar rechts beweegt in het Licht zal de satan als tegenpool naar links bewegen in het duister.
1 Johannes 1:5 (HSV) En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. 6 Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet. 7 Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
Zo is niets van deze schepping tot onnut, want de hele schepping is voortgekomen uit Gods Woord (Joh1) en zal niet zonder nut blijven en zijn. Dus ook de duisternis en de tegenstander niet.
Jesaja 55:11(HSV) zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.
En zo zien we dus dat voor iedereen die God liefheeft dat alles ten goede meewerkt en God dus kan reiken daar waar geen mens verwacht dat God daar kan zijn.
Romeinen 8:26 (HSV) En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. 27 En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit. 28 En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.
We hebben dus niets te vrezen van de satan, hij is een instrument van God ten goede van ons en iedereen op aarde die God liefheeft. Hij heeft de macht over de duisternis en de dood. Of twijfelen we aan de goede Herder die ons belooft dat geen van Zijn schapen uit Zijn hand gerukt kan worden?
Johannes 10:28 (HSV) En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. 29. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. 30. Ik en de Vader zijn Één.
De satan zoekt naar onze zwakheden want dat is waar ruimte is ons onzeker te maken in onze relatie met God. God wil dat wij vrij en zonder slecht geweten tot Hem komen, iedere dag, maar de satan wil ons geweten aanklagen en onzeker maken met een slecht geweten en zo bij God weghouden. Zo vinden wij door het zoeken van de satan onze zwakke plekken en mogen wij met een sterker geloof in God daaruit komen, niet uit eigen kracht maar door zwakheid vanuit Genade.
2 Korintiërs 12:7 (HSV) En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. 8 Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. 9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. 10 Daarom heb ik een behagen in zwakheden, in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
Laat God dus werken door jouw zwakheid heen, ook al gebruikt Hij soms daarvoor de satan, zodat jij je niet verhef boven de andere schapen maar samen één blijft. Want verheffen en zelf sterk zijn leidt vaak tot dat je weer je eigen weg denkt te kiezen, en als de satan ons op onze zwakheden blijft pakken en die blijft benadrukken hebben we des te meer reden om tot God te blijven gaan voor kracht en genade. Zo mag je in zwakheid machtig worden over je eigen ego, je eigen valstrikken waarin je je anders zou verheffen en vallen. Want uit jezelf verheffen komt vaak geen éénheid voort met God en de andere gelovigen maar juist ongelijkheid en verdeeldheid.
Noem dus niet de dingen die de Geest doet in ons leven of in dat van anderen zomaar het werk van de satan. Want God kan door alles heen werken met Zijn Geest om uiteindelijk de mensen bijeen te brengen, twijfel niet aan de macht van de Heilige Geest. Breng dus met Hem samen en drijf niet uiteen.
Matteüs 12:24 (HSV) Maar de Farizeeën hoorden dit en zeiden: Deze drijft de demonen alleen maar uit door Beëlzebul, de aanvoerder van de demonen. 25 Jezus echter kende hun gedachten en zei tegen hen: Ieder koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en geen enkele stad of geen enkel huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal standhouden. 26 En als de satan de satan uitdrijft, dan is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe kan zijn rijk dan standhouden? 27 En als Ik door Beëlzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze dan uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. 28 Maar als Ik door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen. 29 Of hoe kan iemand het huis van de sterke binnengaan en zijn huisraad roven, als hij niet eerst de sterke gebonden heeft? En dan zal hij zijn huis leegroven. 30 Wie niet met Mij is, die is tegen Mij; en wie niet met Mij bijeenbrengt, die drijft uiteen. 31 Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden, maar de lastering tegen de Geest zal de mensen niet vergeven worden. 32 En wie een woord spreekt tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, het zal hem niet vergeven worden, niet in deze eeuw, en ook niet in de komende.
En er komt vanzelf een dag waarop wij in de hemelen mogen zij bij God en Hem in Licht mogen aanschouwen. Dan is de satan niet meer nodig daar en zal uit de hemel geworpen worden en niet langer ons aanklagen voor God om zo ons geweten te beïnvloeden en ons bij God weg te houden. Als wij er dan zijn heeft dat deel van de duisternis geen nut meer. En dan zal voor de laatste jaren van deze schepping hij alleen nog tot nut zijn op de aarde zelf voordat hij nog verder vernederd wordt tot zelfs onder de aarde.
Openbaring 12:7 (HSV) Toen brak er oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, ook de draak en zijn engelen voerden oorlog. 8 Maar zij waren niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. 9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen. 11 En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood. 12 Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.
Laat je dus leiden door de goede Herder, focus op de herder en niet teveel op de hond. En als de hond komt in je leven? Wees dan niet bang maar kijk naar wat God ermee wil bereiken, wat Hij je wilt leren en waar Hij je heen wil brengen. Onthoud, alles werkt mee ten goede.
Johannes 10:11 (HSV) Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. 12 Maar de huurling en wie geen herder is, die de schapen niet tot eigendom heeft, ziet de wolf komen en laat de schapen in de steek en vlucht; en de wolf grijpt ze en drijft de schapen uiteen. 13 En de huurling vlucht, omdat hij een huurling is en zich niet om de schapen bekommert. 14 Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend, 15 zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef Mijn leven voor de schapen. 16 Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder. 17 Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik Mijn leven geef om het opnieuw te nemen. 18 Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf; Ik heb macht het te geven, en heb macht het opnieuw te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. 19 Er ontstond dan opnieuw verdeeldheid onder de Joden vanwege deze woorden. 20 En velen van hen zeiden: Hij is door een demon bezeten en is buiten zinnen, waarom luistert u naar Hem? 21 Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden van een bezetene; kan een demon soms ogen van blinden openen?