Dat wat het gehoor streelt
Ken jij ook het stuk uit Timotheüs over dat er een tijd zou komen waarop men de gezonde leer niet meer zou kunnen verdragen?
Er staat bij dat de mensen dan voor zichzelf op zoek zullen gaan naar leraren die hun gehoor zullen strelen, maar wat moet je bij dat strelen van gehoor voorstellen?
2 Timoteüs 4:1 Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: 2 predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. 3 Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. 4 Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels. 5 Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle.
Eigenlijk zijn de dingen die ons gehoor strelen de dingen die wij prettig vinden om te horen, iets aangenaams. Nu is dit de laatste tijd best wel her en der weer onder de aandacht aangezien er een boek uitkwam waarin de auteur met een “alternatieve” kijk komt op de hel en alverzoening daarbij aanhangt, de leer dat uiteindelijk ieder mens tot God zou komen.
Nu wil ik helemaal niet ingaan op deze twee dingen maar wel wijzen op dat sommige dit stuk uit Timoteüs aanhalen om de voor hen afwijkende leer te bestrijden.
Er wordt namelijk al snel gezegd bij afwijkingen van de vastgestelde leer dat het het strelen van het gehoor betreft, zo ook in dit geval bij deze auteur die tegen de traditionele kijk op de hel strijdt.
Wat er dan de aanhangers van een alternatieve leer wordt verweten is dat de hel een dusdanig onprettig “feit” is dat men gaat zoeken naar leraren die iets prettigers te preken hebben, namelijk geen hel, of een hel waaraan een einde komt.
Dit klinkt uiteraard prettiger, dat zal niemand ontkennen, maar de vraag is of de tekst in Timotheüs dit soort onprettige zaken bedoeld als hij het heeft over de mensen die op zoek gaan naar leraren die hun gehoor strelen.
Soms kunnen misschien juist de zaken helemaal omgedraaid zijn, want blijkbaar is deze stelling van een niet eeuwige hel voor sommige juist onprettig om aan te horen en dat resulteert dat zij zeer fel worden, tegen-video’s gaan maken of in het toetsenbord klimmen om te reageren in reviews en video reacties.
Je kunt het dus ook zo zien dat deze aanhangers van een eeuwige hel liever leraren horen en verzamelen die wel praten over een eeuwige hel, en het liefst eentje waar zij onder de gepredikte voorwaarden natuurlijk zelf niet in zullen komen. Dus wie streelt nou eigenlijk werkelijk zijn gehoor met welke leraren?
Mogen we niet zo zien dat deze auteur, of je het er mee eens bent of niet, misschien zoveel liefde van God heeft ontvangen dat hij net als God eigenlijk het niet kan verdragen dat er mensen verloren zouden gaan? En wie weet gaat hij dan misschien wel iets te ver in dat verlangen dat iedereen, ook wie niet wil toch gered zou worden, maar het zou toch aan de andere kant mooi zijn als hij nou wel gelijk heeft? Mogen we de liefde en verlangen van iemand juist niet waarderen zodat we niemand gelijk afschieten of bestempelen als een valse leraar omdat het niet rijmt met wat jij of ik prettig vindt om te horen? Of niet rijmt met wat wij gewent zijn te horen? Soms zoeken we meer naar de bevestiging van onze waarheid dan naar de echte waarheid die misschien wel onprettig kan wezen omdat we nou eenmaal ons hele leven iets anders als fundament of waarheid hadden bestempelt.
Het feit is dat los van of hij gelijk heeft of niet, hij vol liefde is naar alle mensen en is dat niet juist een mooie eigenschap van het met God wandelen? Daarvoor mag je een broeder toch best waarderen?
En zo is het met alles wat je wel of niet prettig vindt om je gehoor mee te strelen. Ik pak als voorbeeld muziek, want op een feest draait men vrolijke muziek en is men over het algemeen vrolijk gestemd. Je gaat dan niet sombere muziek draaien, en als je op zo’n feest aanwezig bent, maar toch erg somber ben, dan is die blijde muziek op dat moment voor jou niet bepaald oorstrelend terwijl de ander het geweldig vindt.
Zo is het ook met bijvoorbeeld knetterharde rockmuziek die misschien vol agressie zit. Iets wat voor iemand die misschien helemaal gefrustreerd is of vol boosheid een perfect iets is om even helemaal dat gevoel in te uiten. Het streelt dan het gehoor bij die persoon, en dat terwijl voor iemand anders diezelfde harde rockmuziek op dat moment een waardeloze rotherrie is.
Zo is het soms ook met ons hart als wij luisteren naar leerstellingen van mensen, als wij vol boosheid zijn, dan horen we misschien het beste een leer erbij die dan aangenaam is om te horen. Als je gefrustreerd bent met de mensen in je leven, of de mensen die niet net zoveel moeite voor God doen als jou, of je vindt het misschien moeilijk om mensen te vergeven, dan is het misschien fijn om een leer te horen waarin God die mensen op een dag zal verdelgen terwijl Hij jou een schouderklopje komt geven.
En als je het leven helemaal zat bent is het misschien weer prettig een leer te horen dat er dag komt waarop alles zal verdwijnen en alles nieuw en volmaakt wordt. Of je hoort graag dat alle aardse zegeningen voor jou nog gaan komen, als je maar genoeg geloofd of investeert met tienden of andere menselijke offers.
En als je je hart vol liefde en vrede laat komen kan het zijn dan je veel meer neigt naar de leer van genade en liefde en vind je dat prettig om aan te horen en dat ook te verspreiden (blijde boodschap, evangelie).
Zo zoeken wij naar dat wat wij prettig vinden om te horen en komen we zelf met eigen verzinsels (leer van mensen) en zoeken ook het liefst gelijkgestemde mensen om ons heen die delen en bevestigen in die leer die jij prettig vindt om aan te horen, of gewent ben om aan te horen waardoor het prettiger voelt. Zo vallen we allemaal in uitersten door wie wij zijn, hoe wij zo zijn geworden en waar wij heen willen en zien anders gestemde snel als bedreiging omdat je eigen zelf bewust of onbewust niet zo zeker of tevreden ben over je eigen leer/overtuiging.
Paulus zegt in Timotheüs dat wij nuchter moeten wezen in alles, lijdt verdrukking en doe het werk van een evangelist.
Wat bedoelt hij daarmee? Ik denk dat wij nuchter mogen worden van de leer die ons dronken maakt en onze visie vertroebelt. Iets waardoor wij niet onszelf zijn maar in invloed van bijvoorbeeld menselijke leer of dogma’s of onze eigen emoties en verlangens.
We mogen leren ons daarvan af te keren, dat zorgt meestal wel voor verdrukking of lijden want dan moet je soms je eigen bolwerken ontmaskeren en afbreken, of je moet tegen de status quo in gaan of denken en zo wijk je af van dat wat van je verwacht wordt.
Jezus deed dit ook, Hij zette zich af tegen de leer van de schriftgeleerde en Farizeeën die op hun beurt de leer van Jezus niet konden verdragen.
Zij vonden dat wat Jezus zei niet strelend voor de oren en noemde Hem zelfs van de duivel. Dat resulteerde uiteindelijk dat Jezus gedood moest worden volgens hen. Ze wilden blijven bij wat zij aangenaam vonden en dat was hun religie, hun Joodse leer vol regels, wetten en een vastgesteld Godsbeeld wat eerder afgoderij is dan dat wat God van ons vraagt.
Veroordeel dus niet zomaar iemand omdat hij of zij een bepaalde leer aanhangt of op de markt brengt om zo aangenaam voor de oren te zijn, want hoe aangenaam vindt jij je eigen leer en overtuigingen? Zijn misschien de dingen, die juist niet aangenaam zijn voor jou en mij, iets wat wij dan moeten onderzoeken? Waar komt het onaangename gevoel vandaan? Bedreigt dat onaangename gevoel iets wat wij aangenaam vinden en overeind willen houden? Moeten wij niet eerst kijken of wij onszelf niet bedriegen voordat wij een ander voor bedrieger uitmaken? Kan het zijn dat wij een onaangename splinter in het oog van een ander zien terwijl wij een zeer dodelijke balk in eigen oog hebben zitten?
Kies voor de waarheid en voor niets anders dan de waarheid, durf naar God te gaan en met een oprecht hart te vragen om de waarheid zonder jezelf te bedriegen met leraren die jou de leer brengen die jij aangenaam en prettig voor je oren vindt.
Wordt nuchter, lijdt verdrukking als dat nodig is en doe het werk van een evangelist; breng het goede nieuws van Jezus, het nieuws dat de weg naar God vrij is gemaakt voor iedereen die naar Hem verlangt en Hem zoekt.
En sla vooral elkaar niet het hoofd in met details die niet uit liefde voortkomen, voor je het weet slaan we (net als de religieuze gevestigde orde van Jezus zijn tijd) de messias zelf om de oren. Vergeet niet daar waar het om draait, dat Jezus kwam met liefde en genade om hen te redden die verloren zijn, en Hij heeft daarvoor duur heeft betaald met Zijn leven door pijn en lijden heen.
Dit deed Hij voor jou en ook voor ieder ander, of het het dat nou prettig om te horen vindt of niet. Wie de genade wel of niet aanneemt is de verantwoording van die personen zelf, het gaat erom of jij het aanneemt. Verwijt niet een ander in de leugen te wandelen maar bekijk eerst heel eerlijk en echt oprecht of je zelf in de waarheid wandel met God en je jezelf niet bedrieg. Voel je je soms ergens onprettig bij?
1 Korinthe 3:18 (HSV) Laat niemand zichzelf bedriegen. Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden. 19. Want de wijsheid van deze wereld is dwaasheid bij God, want er staat geschreven: Hij vangt de wijzen in hun sluwheid. 20. En opnieuw: De Heere kent de overwegingen van de wijzen, dat zij zinloos zijn.
2 Korinthe 13:5 (HSV) Onderzoek uzelf of u in het geloof bent, beproef uzelf. Of weet u niet van uzelf dat Jezus Christus in u is? Of het moet zijn dat u op enigerlei wijze verwerpelijk bent.
1 Korinthe 2:9 (HSV) Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. 10. Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God. 11. Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God. 12. En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn. 13. Van die dingen spreken wij ook, niet met woorden die de menselijke wijsheid ons leert, maar met woorden die de Heilige Geest ons leert, om geestelijke dingen met geestelijke dingen te vergelijken.